Het Stoomgemaal bij Tacozijl, 27-05-1920 en Machinefabriek Jaffa: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
(Nieuwe pagina aangemaakt over verslag in de LC van een lezing door Wouda)
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Kop Leeuwarder Courant.jpg|link=]]
=='''[[Machinefabriek Jaffa]]'''==
Machinefabriek <strong>Jaffa</strong> was een <strong>machinefabriek te Utrecht (stad)</strong>. Het is de naam die de '''[[machinefabriek]]''' <strong>Louis Smulders & Co.</strong> te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf '''1890''' gevestigd is.
Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.


<div style="column-count:2; column-gap: 32px;">
===Ontstaan===
<div style="text-align:center;">
Leeuwarder Courant <br>
van Donderdag 27 Mei 1920.<br>
DERDE BLAD.<br>


----
[[Bestand:220px-Jaffa_buitenplaats_Utrecht.JPG|220x165px|link=]]
(afbeelding: wikipedia)


Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats <strong>Jaffa</strong> een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk  onder de naam "Jaffa" gevestigd.


'''Het Stoomgemaal bij Tacozijl.'''
===Geschiedenis van activiteiten===
</div>
De '''activiteiten''' van firma Louis Smulders & Co. zijn echter '''al ouder'''. De naamgever '''Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908)''' is onder meer met zijn broers '''Augustinus Franciscus (1838-1908)''' en '''Franciscus Hendrikus (1851-1915)''' werkzaam in het '''vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg'''. Vader Smulders was dus een '''pionier''', maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid.
In '''1846''' krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want '''van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines''', is er '''in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg'''.
<br>De broers werken later '''samen verder in Utrecht''' binnen de '''firma A.F. Smulders'''.
<br>Deze samenwerking duurt '''tot 1880'''. '''Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder''' onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
<br>Tien jaar later, '''in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers''', waarbij '''Louis onder de bestaande firmanaam verder''' gaat, nu samen met zijn '''zonen Henri en Jan Smulders'''.


[[Bestand:Louis_Sm_geheugen_van_Nederland.jpg‎|469x328px|link=]]
(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)


<div style="text-indent: 2em; text-align:justify;">
===Oprichting===
Het departement Leeuwarden der vereeniging
In '''1890''' is machinefabrikant Louis '''Smulders te Utrecht''' bezig met de voorbereiding en opzet van zijn '''nieuwe machinefabriek'''. Via de Engelse machinefabrikanten '''informeert hij zich''' op listige wijze '''over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines''', die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
„Nijverheid" hield gisteravond in de zaal van de
<br>'''In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.'''
Coöperatieve Zuivelbank een vergadering, waarin
<br>Voor de oprichting van een fabriek zijn verder '''financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig'''.
de heer D.&nbsp;F.&nbsp;Wouda, hoofdingenieur van den
Bovendien is '''ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst'''. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens '''ruimschoots ervaring opgedaan''' bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.
provincialen waterstaat, sprak over het
stoomgemaal bij Tacozijl.


Nadat de voorzitter, mr.&nbsp;G.&nbsp;A.&nbsp;Boon, de vergadering
[[Bestand:76132.jpg|557x359px|link=]]
bekend had gemaakt met de teleurstellingen,
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
door het departement ondervonden bij het
beleggen van vergaderingen, deelde hij mede, dat
voor de excursie heden naar Tacozijl, ten einde
onder leiding van den heer Wouda het stoomgemaal
te bezichtigen, zich een veertigtal leden
hadden aangegeven.


De heer Wouda, hierna zijn rede aanvangende,  
===Beginsituatie===
begon met te zeggen dat de provincie
'''In Nederland''' zijn de ontwikkelingen in de '''metaalnijverheid en machinebouw laat gestart''' en '''enigszins achtergebleven'''. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
Friesland waterstaatkundig uit drie gedeelten
<br>Toch komen de '''ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang'''. De grote '''boost''' komt '''in de jaren negentig van deze 19e eeuw''', precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
bestaat:<br>
<br>De '''uitvinding van de stoommachine''' is natuurlijk '''een belangrijke impuls''' geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk '''ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit'''. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.
&emsp;&emsp;&emsp;1. het gebied van Friestands boezem;<br>
&emsp;&emsp;&emsp;2. het gebied van Oost- en Westdongeradeel;<br>
&emsp;&emsp;&emsp;3. het lindegebied.


Onder Frieslands boezem is te verstaan het
[[Bestand:Schoorsteen_5.jpg|545x368px|link=]]
groote samenstel van meren, plassen, kanalen en
vaarten, dat met elkaar in open gemeenschap
staande, enkel door de zeesluizen van de zee is
gescheiden. Het beheer van dien boezem berust
reeds sedert eeuwen bij de provincie, wat op zichzelf
wel iets bijzonders is, daar in andere
provinciën voor het beheer van den boezem
afzonderlijke bestuurslichamen bestaan, zooals waterschappen, heemraadschappen en hoogheemraadschappen.  


Op dien boezem wordt het water gebracht van
===Stoom in de polders===
ongeveer 293,900&nbsp;H.A. land, waarvan 286,433&nbsp;H.A.
De eerste '''proefneming met een stoommachine''' vindt in '''1776''' plaats in Rotterdam.
in Friesland en 7467&nbsp;H.A. in de provincie
Groningen. Gronden, behoorende tot het
Munnekezijlverlaat, zijn na de opruiming van het
verlaat te Stroobos op Frieslands boezem gaan
afwateren.  


De grootte van den boezem is bij normalen
[[Bestand:Eerste_sm_ned.gif‎|470x300px|link=]]
stand
0.20&nbsp;M.&nbsp;+&nbsp;Z.P.&nbsp;26,000&nbsp;H.A.;
0.30&nbsp;M.&nbsp;+&nbsp;Z.P.&nbsp;43,200&nbsp;H.A.;
0.40&nbsp;M.&nbsp;+&nbsp;Z.P.&nbsp;55,200&nbsp;H.A.;
0.50&nbsp;M.&nbsp;+&nbsp;Z.P.&nbsp;58,600&nbsp;H.A.;
0.60&nbsp;M.&nbsp;+&nbsp;Z.P.&nbsp;58,900&nbsp;H.A.
Deze cijfers wijzigen zich voortdurend
bij de de vooortgaande inpoldering.


Door de buitengewoon groote oppervlakte van
Het is goed te verklaren dat in een land waar men '''eeuwenlang inspanningen''' moet plegen '''aan de waterbeheersing''' '''de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling'''. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.
den boezem is de verhouding lusschen land en
water, de zoogenaamde waterberging, zeer gunstig.
Bij normalen stand bedraagt zij ongeveer
1/11 en bij de hoogste standen ongeveer 1/5. In de
aanliggende boezems van Hunzingo eu Westerkwartier
is het ongeveer 1/75, wat dus beteekent,  
dat eenzelfde regenval op laatstgenoemde boezems
een zevenmaal grootere stijging veroorzaakt
dan op dien van Friesland.  


De boezem beschikt over de volgende loozingsmiddelen:  
===Kansen en bedreigingen===
de Friesche sluis, Dokkumer Nieuwezijlen,  
De '''kansen op de markt''' zijn voor de fabrikanten van stoommachines '''aanvankelijk nog niet bijster groot''': '''onbekendheid''' met de mogelijkheden van machinale bewerking, '''gebrek aan ervaring''' bij de handwerkslieden en de '''beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts''' zijn daarvan de oorzaak.
Roptazijl, Harlingen, Makkum, Workum,
<br>Aan het '''begin van de negentiende eeuw''' is er '''nog weinig industriële activiteit'''. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als '''huisnijverheid''' verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
Molkwerum, Stavoren, Schoterzijl, Tacozijl, Lemmer
<br>Er moet worden '''gewacht op een groei van de markt'''. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines '''niet meer in het buitenland gaan kopen''', maar dat de opdrachten worden '''gegund aan de Nederlandse fabrikanten'''.
en Hindeloopen, die echter bij de meest
<br>De '''pioniers''' die '''in de eerste helft van de negentiende eeuw''' een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan '''eerst nog met een gebrek aan opdrachten''' en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.
heerschende winden, n.l. die uit, westelijke richting,
voor een deel werkeloos liggen, doordat het  
De Nederlandse '''machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak.''' In veel gevallen zijn '''de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen'''. Deze doen dus '''veel ervaring op met stoommachines''' en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, '''groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes'''.
dagelijksch laagwater blijft boven den boezemstand.  
Gevolgen hooge waterstanden en overstroomingen.  


Plannen om hierin verbetering te brengen zijn
[[Bestand:Ploeg stoommachine.JPG|420x599px|link=]]
al heel oud. De geheele vorige eeuw ging heen
'''Stoom-machinefabriek Van der Ploeg te Grou'''
met het aanbrengen van partieele verbeteringen,
bestaande in het verruimen van bestaande kanalen
en het graven van nieuwe stroomkanalen, o.a.
de Nieuwe Zwemmer en het kanaal van de Kletstervaart
naar de Leijen (1880—1889). Toch werd
ook hiermede geen toestand verkregen, waarmee
op den duur kon worden volstaan. Integendeel
deden zich factoren voor, die een nadeeligen
invloed hadden op de afwateringsverhoudingen
van Frieslands boezem en die deze verbeteringen
hebben opgeheven.


Na 1884 zullen ongeveer 10,000&nbsp;H.A. boezemland
<br>Daarbij is er '''in het begin nog geen sprake van seriematige produktie'''. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse '''machines en installaties waar de klanten om vragen'''.
zijn ingepolderd, waarmede dus de waterberging
<br>Zo maakt '''de familie Smulders''' stoommachines, levert '''komplete installaties''' voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.
bij standen hooger dan plus minus 0.30&nbsp;M.
+&nbsp;Z.P. is verkleind. In de bemaling der polders
zijn, belangrijke verbeteringen aangebracht,
zoowel door het plaatsen van vele windmotoren
als door den bouw van stoomgemalen.  


De kanaliseering van de Tjonger in 1887—1888
===De eerste machinefabrieken===
is mede van zeer grooten invloed geweest op het  
Rond '''1850''' zijn er in Nederland ongeveer '''tien machinebedrijven''', waarin een '''duizend personeelsleden''' werken. Eén van de tien is het bedrijf '''W.H. Smulders te Tilburg''', waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij '''van onderop''' begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in '''1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie'''. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen '''uiteindelijk''' terecht '''in Utrecht'''.  
waterbezwaar van den Frieseben boezem.  
Terwijl het vermogen van de loozingsmiddelen van  
den boezem onveranderd is gebleven, is het  
waterbezwaar beduidend grooter geworden, met als
gevolg hiervan, dat de waterstanden hooger
worden, hetgeen door den spreker met cijfers wordt
gestaafd.


Afdoende verbetering is gezocht in afsluiting
=== Louis Smulders & Co===
van de Lauwerzee, waarvan het eerste plan is
'''Louis Smulders begint in 1891''' een eigen bedrijf op de '''hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg'''.
gemaakt in 1847, doch dat herhaaldelijk werd
gewijzigd. In 1896 werd een Staatscommissie
benoemd, die in 1902 met een plan tot afsluiting
kwam, n.l. een gescheiden bergboezem in de  
Lauwerzee, waarop Friesland en Groningen
zouden afwateren.


Dit plan vond echter groote tegenkanting,
[[Bestand:40765_Vleuten_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|517x387px|link=]]
vooral van den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
H.&nbsp;E.&nbsp;Bruyn, die een gemeenschappelijken
bergboezem en bemaling aan de zuidkust
bepleitte. Een groote boezem als die van Friesland
behoorde volgens hem niet naar één punt uit te
wateren, wat groot verhang en groote stroomkanalen
geeft.  


Dit werd aanleiding tot de benoeming in 1902
Het terrein is van een al enige tijd '''leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa''', dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus '''een geschikt fabrieksterrein''' en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
van de bekende Lauwerzee-commissie, die in
<br>De vergunning omvat in eerste instantie '''eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk'''. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
1904 verslag uitbracht, waarin vervat het voorstel
<br>De '''eerste inrichting van de fabriek''' is uiterst '''eenvoudig''': '''in het oude fabrieksgebouw''' komt de '''smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij'''. Hier wordt ook de '''stoommachine met ketel''' geplaatst. In de smederij worden '''drie smidsvuren''' aangelegd en '''bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen'''.
tot afsluiting van de Lauwerzee en stoombemaling
bij Tacozijl. In de omgeving van Tacozijl
zijn groote waterreservoirs in de nabijheid van
de kust en een geringe opvoerhoogte door de  
geringe getijbeweging. Het kolenverbruik is vrijewel
evenredig aan de opvoerhoogte, waarom de  
zuidkust de aangewezen plaats is voor een  
bemaling.  


Het provinciaal bestuur, dat beide niet noodig
[[Bestand:
achtte, opende onderhandelingen met de regeering
over de uitvoering van de afsluitingswerken,
doch zij vond deze te duur in verhouding tot het te
bereiken resultaat en meende, dat de afwatering
van Frieslands boezem moest worden verbeterd
door voldoend krachtige stoomgemalen.


Wat de kosten der afsluitingswerken met
In de voormalige droogloodsen worden '''de modellenmakerij en modellenbergplaats''' ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als '''constructiewerkplaats'''. Het '''kantoor''', de '''tekenkamer''' en de '''ontvangstruimte''' komen '''in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat''', als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
toevoerkanalen enz. in Friesland betreft (met 16
<br>Onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' en '''later ook als machinefabriek Jaffa''' zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de '''produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen'''.
sluizen elk van 6&nbsp;M. wijdte), deze zouden ongeveer
ƒ&nbsp;9&nbsp;millioen bedragen, terwijl een stoomgemaal
van 750 waterpaardekracht aan de Zuidkust
op ƒ&nbsp;1.9 millioen kwam.  


Men wist nu, in welke richting de oplossing was
[[Bestand:57517_rioolzuivering_Jaffa_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|538x372px|link=]]
te zoeken, vooral ook, daar de regeering bereid
'''Smulders pompwerk voor rioolzuivering'''
bleek, voor het stichten van stoomgemalen het
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
verleenen van rijkssubsidie te bevorderen.  


Het maken van een plan voor een gemaal bij
Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel '''op brede wijze''' zijn '''produktaanbod in de markt''' zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw '''complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.'''
Tacozijl werd opgedragen aan de heeren Kermpees
<br>Ook levert het bedrijf '''complete stoomgemalen''' op, in het begin compleet met '''scheprad en 8 pk stoommachine'''. Hij adverteert met de '''levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering'''.
en van Krimpen, terwijl in Februari 1913
door de Staten van Friesland werd besloten lot
oprichting van twee gemalen, waarvan voorloopig
één zou worden uitgevoerd. Het plan omvatte
een met Dieselmotoren gedreven gemaal, dat
eenigszins landwaarts bij Tacozijl zou worden
geplaatst, in den zeedijk een zeesluis die het  
uitschotkanaal afsloot en verder een toevoerkanaal
uit de Brekken en een stroomkanaal Koevorden —
Groote Brekken.  


Spreker is van meening, dat men door dit
[[Bestand:Affiche_A3_2012_def_4_Jaffa_centrifugaalpomp_Erfgoed_Utrecht.jpg|461x434px|limk=]]
besluit te nemen het zekerst werkend, het
'''Centrifugaalpomp voor Denemarken'''
goedkoopste en het vlugst uit te voeren middel tot
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
verbetering van de afwatering heeft gekozen.  
Met de afsluiting van de Lauwerzee zou veel
meer tijd gemoeid zijn geweest.  


Met de uitvoering van het werk is niet onmiddellijk
In '''1895''' worden er zo al '''18 stoomachines''' afgeleverd en in '''1899''' bedraagt dat aantal '''21'''.
begonnen, daar eerst de belastingwet en  
<br>De inrichting van '''[[gasfabriek]]en''' wordt verder '''een belangrijke specialiteit'''. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf [[1884]] de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de '''mechanisatie van het kolen- en cokestransport''' was daarbij een belangrijk aspect. '''Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf''' maken en in '''1904''' vervaardigde men de '''eerste ovenlaadmachine'''.
de subsidieeringswet moesten zijn aangenomen.  
Thans is bepaald, dat 2/3 deel der renten en  
aflossingen der stichtingskosten, alsmede 2/3 deel van
de kosten van exploitatie en onderhoud der werken
zal worden gevonden uit de opbrengst eener
bijzondere belasting, te heffen krachtens art. 126
septies der provinciale wet, waarbij van de  
geschatte pachtwaarde van de ongebouwde eigendommen
percenten worden geheven. Het rijk
verleent een subsidie van 40&nbsp;pct. in de kosten.  


De tijd, hiermee gemoeid, ging evenwel niet
'''In deze periode''' zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een '''steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening''' kunnen nemen. In 1904 leverde het een '''kolenlift''' voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een''' kolentransportinrichting''' voor hetzelfde bedrijf.
ongebruikt voorbij. De plannen werden nader
onderzocht en wijzigingen voorgesteld ten aanzien
van plaats, inrichting en vermogen.  


Wat de plaats aangaat, deze werd thans
[[Bestand:AA3036.jpg|639x389px|link=]]
bepaald bij Teroelsterkolk in plaats van bij
'''Kolentransportinrichting'''
Tacozijl, hetgeen een besparing meebracht van
<br>(foto A.B.A. : Rik Wesselius, Milwaukee - website verbaarsjes.nl)
ƒ&nbsp;100,000.  


Ten opzichte van de inrichting werd aan  
De '''elektrische hangkraan''' (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote '''kolen- en cokestransportinrichting''' geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de '''elektrohangbanen met automatische besturing der [[loopkat]]ten''', waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in [[1915]]. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.
stoommachines de voorkeur gegeven, daar
Dieselmotoren, hoewel ze veel vóór hebben, in  
aanschaffing en exploitatie enorm duur zijn.  


Het vermogen, eerst bepaald op 750 waterpaardekracht,
===Transport en aflevering===
werd in verband met de Lindeplannen
Het '''vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties''' is '''voor Louis Smulders geen enkel probleem''': de produkten gaan '''per spoor''' vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer '''per schip''' zonder meer mogelijk.
opgevoerd tot 900&nbsp;W.P.K. Ook werd
de vraag overwogen, of het gemaal niet electrisch
moest worden gedreven, doch naar de eenstemmige
meening van de professoren Dijxhoorn en  
Feldmann te Delft en den spreker verdiende dit
geen aanbeveling en zou, werd de stroom van de  
centrale te Leeuwarden betrokken, de exploitatie
van het gemaal ƒ&nbsp;70,000 per jaar meer kosten
dan met een eigen stoombedrijf. De rentebesparing
door geringere aanlegkosten zou hiertegen
op verre na niet opwegen. Hierbij kwam nog
het technische bezwaar, dat de wisselende
opvoerhoogten, die een wisselend aantal toeren van  
de pompen met zich brengen, voor een stoommachine
geen verschil maakt, doch een electromotor
verdraagt dit niet.  


In de winterzitting der Staten van 1914 werd
[[Bestand:76141_achterzijde_Jaffa_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|522x380px|link=]]
tot deze wijziging besloten en onmiddellijk daarna
'''Achterzijde van het Jaffaterrein, vervoer per schip'''
met de uitvoering begonnen.
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.n) 


De begrooting voor het oorspronkelijke plan,
===Sociaal beleid===
n.l. ƒ&nbsp;1,850,000, behoefde niet te worden
Ook voor Smulders is het '''niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen'''. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers '''overal vandaan''' te halen en kaapt ze desnoods '''bij de concurrentie vandaan''' en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers '''dadelijk vast werk''', wat veel '''aantrekkingskracht''' heeft '''bij de arbeiders'''. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
gewijzigd, omdat spreker had becijferd, dat met de
<br>Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek '''uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan'''.
besparing, welke door de voorgestelde wijzigingen
werd verkregen, het grooter vermogen ruim kon
worden betaald.


De werken bestaan in het eigenlijke stoomgemaal
De firma Smulders loopt '''niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers''': de '''concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen'''. Daarom komt de familie Smulders regelmatig '''in aanvaring met de vakbeweging'''.
en de toeleidingskanalen. Wat deze
laatsten betreft vertelde spreker o.a., dat het
gemaal wordt gevoed uit de Groote Brekken, door
een groot stroomkanaal, uitgevoerd van Mei—Dec.
1915, dat meer dan tweemaal zoo breed is
als het Nieuwe Kanaal en een lengte heeft van  
1893 M. Op de kruising met den kunstweg
Lemmer—Tacozijl—Sondel is een doorlaatbrug
gemaakt met een wijdte van 70&nbsp;M. tusschen de  
landhoofden. In het midden een ophaalbrug van
8 M. wijdte voor het doorlaten van schepen met
materialen en kolen. Verder een kanaal van
Groote Brekken tot Koevorde, uitgevoerd van
Maart 1916 tot Juli 1917, lang 4000&nbsp;M. en een
breedte op Z.P. van 62&nbsp;M. Waar de rijksweg
Sneek—Lemmer en de weg Sloten—st.Nioolaasga
het Kanaal snijden is een draaibrug gebouwd
met twee twee openingen van 9&nbsp;M. met het oog op den
scheepvaartweg Groningen—Lemmer, die in
aanmerking komt langs dit kanaal te worden verlegd.  


Het vraagstuk van de grondberging was een
===Successen===
moeilijk vraagstuk; er kwam heel wat los, n.l.  
De zaken gaan goed voor de firma Smulders: '''regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot'''.
749,000&nbsp;M³. te Spannenburg en 367,000&nbsp;M³. te
De produktie omvat '''installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties''', en '''bijzondere stoommachines''', waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
Lemmer. Dank zij de wijze van werken, werd
<br>In deze periode worden er ook '''steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland''', zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
het hier gelukkig opgelost. De kanalen werden
<br>In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie '''naar Nederlands-Indië''' verscheept. Er wordt zelfs '''een eigen vertegenwoordiger voor de firma in Indië aangesteld'''.
geheel door baggering lot stand gebracht, de
grond in bakken vervoerd en door een zuiger op
den wal geperst, Bij Lemmer werden oude dijksputten
aangekocht en een deel van het Idskenhuizermeer
in het noorden, met de uitgebaggerde
aarde gevuld en zoo tot land gemaakt. Bij Lemmer
is het reeds in volle cultuur en zelfs voorzien
van een boerderijtje.


Zoo krijgt nu de Groote Brekken het water
Op de '''wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel''' is Louis Smulders '''prominent vertegenwoordigd''' onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders.
toegevoerd van het Tjeukemeer uit het oosten,  
'''De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd''' i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de '''concurrentie uit het buitenland tijdelijk was uitgeschakeld'''.  
het Slotermeer uit het westen, het Sneekermeer,
Langweerderwielen, Heegermeer enz. uit het  
noorden; de voeding laat dus niets te wenschen
over.  


Hierna behandelde de heer Wouda het eigenlijke
=== Divers transportmaterieel ===
stoomgemaal, voor den inhoud waarvan wij
Volgens een fabrieksbeschrijving uit '''1918''' maakt '''Jaffa''' op dat moment uiteenlopend '''transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal)'''. Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in 1917 van 17 '''hijskranen voor de haven van Amsterdam'''. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de '''kolenlosinrichtingen'''.  Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
verwijzen naar het uitvoerig verslag in ons
<br>In deze jaren ging de fabriek '''als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa''' voeren.
[[Leeuwarder Courant - 4 mei 1920 | nummer van 4]]
dezer van de lezing, te Lemmer
gehouden voor den „Bond van hoofden van den
technischen dienst in Friesland", Alleen mag nog
even gereleveerd wat de spreker zeide naar aanleiding
van de capaciteit van het gemaal, om
4000 M³. water per minuut uit te werpen. Om
duidelijk te maken, wat zulk een capaciteit
beteekent, zeide hij, dat het gemaal al het water,
dat zich in het Nieuwe Kanaal bevindt tusschen
de eerste en de tweede brug, in 20 minuten zou
kunnen uitslaan.


Wat kosten aangaat, deze zijn door den oorlog,
Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van '''elektrotakels''', waarmee Jaffa in '''1932''' begon. Dit gebeurde grotendeels in '''seriefabricage'''. Rond '''1950''' werden '''standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min.''' gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.
waardoor materialen en werkkrachten zooveel
duurder werden, heel wat grooter geworden.  
Bedroeg de oorspronkelijke raming ƒ&nbsp;1,850,000,
thans komen de totaalkosten ongeveer op
ƒ&nbsp;2,500,000.


De spreker, die zulk een groot aandeel in dit  
===Pompwerktuigen===
voor de provincie Friesland hoogst belangrijke
Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van '''pompwerktuigen''', al dan niet '''in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie'''. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa [[1882]] al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.
werk heeft gehad, ontving van den voorzitter een
hartelijk woord van dank en van de vergadering
een welgemeend applaus.
</div></div>


===Hoogtepunt===
'''Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het [[ir. D.F. Woudagemaal]] bij Lemmer uit 1920''', sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een '''capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines'''. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.


==Bronnen==
===Bedrijfsvoering===
# Het Stoomgemaal bij Tacozijl. ''Leeuwarder courant: Derde blad'', (1920, 27 mei)<br> Geraadpleegd op 05-03-2022, van https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010601892:mpeg21:p009
Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. '''Na het overlijden van Louis Smulders, in [[1908]] zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort'''. Deze wordt '''in 1918 omgezet in een naamloze vennootschap''', waarbij de familie de leiding behoudt. '''In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering''', die dan in handen komt van derden.
<br>
 
[[Category:Publicaties]]
===Bezettingstijd===
Vanaf het begin van de bezetting''' tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf''' en wordt dan '''voor een deel ingezet voor de Duitse oorlogseconomie'''. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, '''een moeilijke tijd''' door. Er komen voornamelijk '''orders van de bezetter''' binnen, '''personeel duikt onder''' of wordt '''verplicht tewerkgesteld in Duitsland'''. Uiteindelijk komt het bedrijf '''onder leiding te staan van de bezetter'''. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.
 
===Naoorlogse ontwikkelingen===
<br>'''Na de bevrijding''' komt de productie echter al snel weer op gang: '''houtgasgeneratoren''' en andere '''transportmiddelen'''. '''Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland'''.
<br>In '''1951''' wordt het bedrijf '''overgenomen door Stork''', waarna in '''1952 de naam''' wordt '''gewijzigd''' in '''N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa'''. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen '''vliegtuigliften''' tot ontwikkeling. '''Stuurinrichtingen voor schepen''' blijven eveneens belangrijk, terwijl '''(semi)-automatische doceersystemen''' een belangrijke nieuwe pijler worden.
 
===Schaalvergroting===
In '''1977''' volgt '''de integratie binnen de Stork-gelederen''' in de in 1975 gevormde '''divisie Bepak''' (Bottling and Packaging Systems), waarbij '''Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen'''. In '''1998''' wordt het '''restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer''', die op zijn beurt in '''2002''' weer wordt samengevoegd met de productielokatie in '''Amsterdam'''. '''Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken''', op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.
 
In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.
 
Bronnen:
<br>website: nl.wikipedia.org
<br>afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
<br>"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam.
(Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001

Versie van 28 jul 2012 21:37

Machinefabriek Jaffa

Machinefabriek Jaffa was een machinefabriek te Utrecht (stad). Het is de naam die de machinefabriek Louis Smulders & Co. te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf 1890 gevestigd is. Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.

Ontstaan

(afbeelding: wikipedia)

Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats Jaffa een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk onder de naam "Jaffa" gevestigd.

Geschiedenis van activiteiten

De activiteiten van firma Louis Smulders & Co. zijn echter al ouder. De naamgever Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908) is onder meer met zijn broers Augustinus Franciscus (1838-1908) en Franciscus Hendrikus (1851-1915) werkzaam in het vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg. Vader Smulders was dus een pionier, maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid. In 1846 krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines, is er in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg.
De broers werken later samen verder in Utrecht binnen de firma A.F. Smulders.
Deze samenwerking duurt tot 1880. Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder onder de naam Louis Smulders & Co. Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
Tien jaar later, in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers, waarbij Louis onder de bestaande firmanaam verder gaat, nu samen met zijn zonen Henri en Jan Smulders.

(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)

Oprichting

In 1890 is machinefabrikant Louis Smulders te Utrecht bezig met de voorbereiding en opzet van zijn nieuwe machinefabriek. Via de Engelse machinefabrikanten informeert hij zich op listige wijze over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines, die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.
Voor de oprichting van een fabriek zijn verder financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig. Bovendien is ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens ruimschoots ervaring opgedaan bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Beginsituatie

In Nederland zijn de ontwikkelingen in de metaalnijverheid en machinebouw laat gestart en enigszins achtergebleven. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
Toch komen de ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang. De grote boost komt in de jaren negentig van deze 19e eeuw, precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
De uitvinding van de stoommachine is natuurlijk een belangrijke impuls geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.

Stoom in de polders

De eerste proefneming met een stoommachine vindt in 1776 plaats in Rotterdam.

Het is goed te verklaren dat in een land waar men eeuwenlang inspanningen moet plegen aan de waterbeheersing de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.

Kansen en bedreigingen

De kansen op de markt zijn voor de fabrikanten van stoommachines aanvankelijk nog niet bijster groot: onbekendheid met de mogelijkheden van machinale bewerking, gebrek aan ervaring bij de handwerkslieden en de beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts zijn daarvan de oorzaak.
Aan het begin van de negentiende eeuw is er nog weinig industriële activiteit. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als huisnijverheid verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
Er moet worden gewacht op een groei van de markt. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines niet meer in het buitenland gaan kopen, maar dat de opdrachten worden gegund aan de Nederlandse fabrikanten.
De pioniers die in de eerste helft van de negentiende eeuw een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan eerst nog met een gebrek aan opdrachten en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.

De Nederlandse machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak. In veel gevallen zijn de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen. Deze doen dus veel ervaring op met stoommachines en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes.

Stoom-machinefabriek Van der Ploeg te Grou


Daarbij is er in het begin nog geen sprake van seriematige produktie. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse machines en installaties waar de klanten om vragen.
Zo maakt de familie Smulders stoommachines, levert komplete installaties voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.

De eerste machinefabrieken

Rond 1850 zijn er in Nederland ongeveer tien machinebedrijven, waarin een duizend personeelsleden werken. Eén van de tien is het bedrijf W.H. Smulders te Tilburg, waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij van onderop begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in 1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen uiteindelijk terecht in Utrecht.

Louis Smulders & Co

Louis Smulders begint in 1891 een eigen bedrijf op de hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Het terrein is van een al enige tijd leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa, dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus een geschikt fabrieksterrein en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
De vergunning omvat in eerste instantie eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
De eerste inrichting van de fabriek is uiterst eenvoudig: in het oude fabrieksgebouw komt de smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij. Hier wordt ook de stoommachine met ketel geplaatst. In de smederij worden drie smidsvuren aangelegd en bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen.

[[Bestand:

In de voormalige droogloodsen worden de modellenmakerij en modellenbergplaats ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als constructiewerkplaats. Het kantoor, de tekenkamer en de ontvangstruimte komen in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat, als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
Onder de naam Louis Smulders & Co. en later ook als machinefabriek Jaffa zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen.

Smulders pompwerk voor rioolzuivering
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel op brede wijze zijn produktaanbod in de markt zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.
Ook levert het bedrijf complete stoomgemalen op, in het begin compleet met scheprad en 8 pk stoommachine. Hij adverteert met de levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering.

limk= Centrifugaalpomp voor Denemarken
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

In 1895 worden er zo al 18 stoomachines afgeleverd en in 1899 bedraagt dat aantal 21.
De inrichting van gasfabrieken wordt verder een belangrijke specialiteit. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf 1884 de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de mechanisatie van het kolen- en cokestransport was daarbij een belangrijk aspect. Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf maken en in 1904 vervaardigde men de eerste ovenlaadmachine.

In deze periode zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening kunnen nemen. In 1904 leverde het een kolenlift voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een kolentransportinrichting voor hetzelfde bedrijf.

Kolentransportinrichting
(foto A.B.A. : Rik Wesselius, Milwaukee - website verbaarsjes.nl)

De elektrische hangkraan (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote kolen- en cokestransportinrichting geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de elektrohangbanen met automatische besturing der loopkatten, waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in 1915. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.

Transport en aflevering

Het vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties is voor Louis Smulders geen enkel probleem: de produkten gaan per spoor vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer per schip zonder meer mogelijk.

Achterzijde van het Jaffaterrein, vervoer per schip
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.n)

Sociaal beleid

Ook voor Smulders is het niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers overal vandaan te halen en kaapt ze desnoods bij de concurrentie vandaan en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers dadelijk vast werk, wat veel aantrekkingskracht heeft bij de arbeiders. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan.

De firma Smulders loopt niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers: de concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen. Daarom komt de familie Smulders regelmatig in aanvaring met de vakbeweging.

Successen

De zaken gaan goed voor de firma Smulders: regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot. De produktie omvat installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties, en bijzondere stoommachines, waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
In deze periode worden er ook steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland, zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie naar Nederlands-Indië verscheept. Er wordt zelfs een eigen vertegenwoordiger voor de firma in Indië aangesteld.

Op de wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel is Louis Smulders prominent vertegenwoordigd onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders. De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de concurrentie uit het buitenland tijdelijk was uitgeschakeld.

Divers transportmaterieel

Volgens een fabrieksbeschrijving uit 1918 maakt Jaffa op dat moment uiteenlopend transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal). Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in 1917 van 17 hijskranen voor de haven van Amsterdam. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de kolenlosinrichtingen. Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
In deze jaren ging de fabriek als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa voeren.

Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van elektrotakels, waarmee Jaffa in 1932 begon. Dit gebeurde grotendeels in seriefabricage. Rond 1950 werden standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min. gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.

Pompwerktuigen

Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van pompwerktuigen, al dan niet in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa 1882 al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.

Hoogtepunt

Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het ir. D.F. Woudagemaal bij Lemmer uit 1920, sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.

Bedrijfsvoering

Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. Na het overlijden van Louis Smulders, in 1908 zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort. Deze wordt in 1918 omgezet in een naamloze vennootschap, waarbij de familie de leiding behoudt. In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering, die dan in handen komt van derden.

Bezettingstijd

Vanaf het begin van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf en wordt dan voor een deel ingezet voor de Duitse oorlogseconomie. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, een moeilijke tijd door. Er komen voornamelijk orders van de bezetter binnen, personeel duikt onder of wordt verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Uiteindelijk komt het bedrijf onder leiding te staan van de bezetter. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.

Naoorlogse ontwikkelingen


Na de bevrijding komt de productie echter al snel weer op gang: houtgasgeneratoren en andere transportmiddelen. Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland.
In 1951 wordt het bedrijf overgenomen door Stork, waarna in 1952 de naam wordt gewijzigd in N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen vliegtuigliften tot ontwikkeling. Stuurinrichtingen voor schepen blijven eveneens belangrijk, terwijl (semi)-automatische doceersystemen een belangrijke nieuwe pijler worden.

Schaalvergroting

In 1977 volgt de integratie binnen de Stork-gelederen in de in 1975 gevormde divisie Bepak (Bottling and Packaging Systems), waarbij Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen. In 1998 wordt het restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer, die op zijn beurt in 2002 weer wordt samengevoegd met de productielokatie in Amsterdam. Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken, op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.

In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.

Bronnen:
website: nl.wikipedia.org
afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam. (Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001