De afstroomingswerken bij de Lemmer en Machinefabriek Jaffa: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Cierick Goos
(Nieuwe pagina aangemaakt over verslag in LC van bezoek door prof staten aan de waterbouwkundige werken)
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Kop Leeuwarder Courant.jpg|link=]]
=='''[[Machinefabriek Jaffa]]'''==
Machinefabriek <strong>Jaffa</strong> was een <strong>machinefabriek te Utrecht (stad)</strong>. Het is de naam die de '''[[machinefabriek]]''' <strong>Louis Smulders & Co.</strong> te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf '''1890''' gevestigd is.
Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.


<div style="column-count:2; column-gap: 32px;">
===Ontstaan===
<div style="text-align:center;">
Leeuwarder Courant <br>
van Vrijdag 15 September 1916.<br>
Tweede Blad.<br>


----
[[Bestand:220px-Jaffa_buitenplaats_Utrecht.JPG|220x165px|link=]]
(afbeelding: wikipedia)


Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats <strong>Jaffa</strong> een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk  onder de naam "Jaffa" gevestigd.


'''De afstroomingswerken bij de Lemmer.'''
===Geschiedenis van activiteiten===
De '''activiteiten''' van firma Louis Smulders & Co. zijn echter '''al ouder'''. De naamgever '''Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908)''' is onder meer met zijn broers '''Augustinus Franciscus (1838-1908)''' en '''Franciscus Hendrikus (1851-1915)''' werkzaam in het '''vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg'''. Vader Smulders was dus een '''pionier''', maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid.
In '''1846''' krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want '''van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines''', is er '''in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg'''.
<br>De broers werken later '''samen verder in Utrecht''' binnen de '''firma A.F. Smulders'''.
<br>Deze samenwerking duurt '''tot 1880'''. '''Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder''' onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
<br>Tien jaar later, '''in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers''', waarbij '''Louis onder de bestaande firmanaam verder''' gaat, nu samen met zijn '''zonen Henri en Jan Smulders'''.


[[Bestand:Louis_Sm_geheugen_van_Nederland.jpg‎|469x328px|link=]]
(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)


'''De Plannen.'''
===Oprichting===
</div>
In '''1890''' is machinefabrikant Louis '''Smulders te Utrecht''' bezig met de voorbereiding en opzet van zijn '''nieuwe machinefabriek'''. Via de Engelse machinefabrikanten '''informeert hij zich''' op listige wijze '''over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines''', die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
<br>'''In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.'''
<br>Voor de oprichting van een fabriek zijn verder '''financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig'''.
Bovendien is '''ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst'''. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens '''ruimschoots ervaring opgedaan''' bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.


<div style="text-indent: 2em; text-align:justify;">
[[Bestand:76132.jpg|557x359px|link=]]
Het is den lezer bekend, dat de afwatering van
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
Friesland sedert jaren een onderwerp van voortdurende
studie is geweest. De Lauwerzee-commissie&mdash;1904
komt in het Lauwerzee-rapport tot
de conclusie, dat de natuurlijke afstrooming dient
verbeterd door afsluiting van de Lauwerzee en
dat verder door kunstmatige afstrooming, door
middel van watergemalen, Frieslands boezem
moet worden beheerscht.  


De Lauwerzee-commissie dacht zich een
===Beginsituatie===
stoomgemaal bij Tacozijl, gelegen ten zuiden van het  
'''In Nederland''' zijn de ontwikkelingen in de '''metaalnijverheid en machinebouw laat gestart''' en '''enigszins achtergebleven'''. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
stedeke Sloten, aan een inham in Frieslands zuidkust,
<br>Toch komen de '''ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang'''. De grote '''boost''' komt '''in de jaren negentig van deze 19e eeuw''', precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
welke „de Bank" genaamd is.  
<br>De '''uitvinding van de stoommachine''' is natuurlijk '''een belangrijke impuls''' geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk '''ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit'''. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.


De regeering wilde van een afsluiting der
[[Bestand:Schoorsteen_5.jpg|545x368px|link=]]
Lauwerzee niet weten en nadat eenige kostbare jaren
verloren waren gegaan, waren het nu Ged. Staten
van Friesland, die zelf de hand aan den ploeg sloegen.
Zij dienden bij de Staten voorstellen in
betreffende de afstrooming van Friesland's boezem,
na zich verzekerd te hebben van den financieelen
steun van het rijk.  


Op 7 Februari 1913 besloten de Staten tot den
===Stoom in de polders===
bouw van watergemalen aan de zuidkust van het
De eerste '''proefneming met een stoommachine''' vindt in '''1776''' plaats in Rotterdam.
gewest, met een gezamenlijk vermogen van 1575&nbsp;W.&nbsp;P.&nbsp;K. en tot het uitvoeren van verdere werken,
nader door de technici aangegeven.  


Voorloopig zouden van die werken worden uitgevoerd:<br>
[[Bestand:Eerste_sm_ned.gif‎|470x300px|link=]]
&emsp;&emsp;1. de bouw van een boezemgemaal te Tacozijl met een vermogen van 750 W.P.K.;<br>
&emsp;&emsp;2. de bouw van een zeesluis;<br>
&emsp;&emsp;3. een kanaal van gemaal naar sluis;<br>
&emsp;&emsp;4. afvoerkanaal met leidammen tot de Zuiderzee;<br>
&emsp;&emsp;5. verbindingskanaal van Idskenhuizermeer naar de Groote Brekken;<br>
&emsp;&emsp;6. vaste brug te Wollegaast;<br>
&emsp;&emsp;7. toevoerkanaal van Groote Brekken naar het boezemgemaal;<br>
&emsp;&emsp;8. verruiming van de Follega- en de Janesloot;<br>
&emsp;&emsp;9. telefoonleidingen naar de Lemmer.<br>


Het rijk had een bijdrage van 40 procent der
Het is goed te verklaren dat in een land waar men '''eeuwenlang inspanningen''' moet plegen '''aan de waterbeheersing''' '''de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling'''. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.
geraamde aanlegkosten in uitzicht gesteld.  


Bij de nadere uitwerking der definitieve plannen
===Kansen en bedreigingen===
is om verschillende redenen van technischen en  
De '''kansen op de markt''' zijn voor de fabrikanten van stoommachines '''aanvankelijk nog niet bijster groot''': '''onbekendheid''' met de mogelijkheden van machinale bewerking, '''gebrek aan ervaring''' bij de handwerkslieden en de '''beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts''' zijn daarvan de oorzaak.
practischen aard een en ander in bovenvermelden
<br>Aan het '''begin van de negentiende eeuw''' is er '''nog weinig industriële activiteit'''. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als '''huisnijverheid''' verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
staat gewijzigd.
<br>Er moet worden '''gewacht op een groei van de markt'''. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines '''niet meer in het buitenland gaan kopen''', maar dat de opdrachten worden '''gegund aan de Nederlandse fabrikanten'''.
<br>De '''pioniers''' die '''in de eerste helft van de negentiende eeuw''' een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan '''eerst nog met een gebrek aan opdrachten''' en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.
De Nederlandse '''machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak.''' In veel gevallen zijn '''de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen'''. Deze doen dus '''veel ervaring op met stoommachines''' en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, '''groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes'''.


Een der voornaamste wijzigingen is wel, dat
[[Bestand:Ploeg stoommachine.JPG|420x599px|link=]]
men niet vasthield aan den &mdash; ook in het
'''Stoom-machinefabriek Van der Ploeg te Grou'''
Lauwerzee-verslag bedoelden &mdash; bouw van een gemaal
bij Tacozijl met afstrooming in den inham „de
Bank", doch als plaats voor het gemaal, meer
oostelijk, de Teroelsterkolk verkoos. Hierdoor
kon men gebruik maken van een deel der Zijlroede,
welke van het zuidpunt der Groote Brekken naar
de Lemmer gaat.


In de winterzitting der Staten 1914 werd onder
<br>Daarbij is er '''in het begin nog geen sprake van seriematige produktie'''. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse '''machines en installaties waar de klanten om vragen'''.
punt 38 medegedeeld, dat het zuidelijke
<br>Zo maakt '''de familie Smulders''' stoommachines, levert '''komplete installaties''' voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.
afstroomingskanaal zou loopen van het zuidelijke punt
der Groote Brekken onmiddellijk naar het zuiden,  
waarbij gebruik gemaakt zou worden van een deel
der Zijlroede en uitgekomen in den Teroelsterhoek.  
Men vindt deze nieuwe richting reeds aangegeven
op de kaart van Friesland, uitgegeven
door de „Leeuwarder Courant".


Men zie de benaming: stroomkanaal.
===De eerste machinefabrieken===
Tegelijkertijd werd goedgevonden gemaal en zeesluis tot
Rond '''1850''' zijn er in Nederland ongeveer '''tien machinebedrijven''', waarin een '''duizend personeelsleden''' werken. Eén van de tien is het bedrijf '''W.H. Smulders te Tilburg''', waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij '''van onderop''' begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in '''1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie'''. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen '''uiteindelijk''' terecht '''in Utrecht'''.  
één kunstwerk te vereenigen. De punten 2, 3, 4
van bovenvermelden staat kwamen hierdoor te
vervallen. Bovendien besloten de Staten in die
Winterzitting de capaciteit van het watergemaal te
verhoogen van 780 op 900&nbsp;W.&nbsp;P.&nbsp;K., waardoor bij
eventueele regeling van de afstrooming van het  
Lindegebied, het water door het gemaal kan
worden verwerkt.
</div>


<div style="text-align:center;">
=== Louis Smulders & Co===
'''De Uitvoering.'''
'''Louis Smulders begint in 1891''' een eigen bedrijf op de '''hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg'''.
</div>


<div style="text-indent: 2em; text-align:justify;">
[[Bestand:40765_Vleuten_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|517x387px|link=]]
Na de vaststelling dezer definitieve plannen
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
door de Staten op 19 en 26 Januari 1915,
waardoor tevens was beslist, dat het gemaal niet door
Diesselmotoren maar door stoommachines zou
worden gedreven, werd met de uitvoering onverwijld
begonnen. 2 Maart 1915 ontvingen Ged. Staten
het bestek van de aan te besteden pompen,
stoommachines en ketels goedgekeurd van den
minister terug. De voor dit bestek van eenige
fabrikanten gevraagde prijsopgaaf werd 16 April
1915 ontvangen. Het onderzoek daarvan vorderde
nogal eenigen tijd en nader overleg. Toch kon
reeds op 24 Juni de levering van machines, ketels
pompen enz. opgedragen worden aan de
Machinefabriek Jaffa, firma Louis Smulders en Co.
te Utrecht voor ƒ&nbsp;357,770.  


Het merkwaardige in deze leverantie, welke
Het terrein is van een al enige tijd '''leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa''', dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus '''een geschikt fabrieksterrein''' en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
onder toezicht van professor Dyxhoorn te Delft
<br>De vergunning omvat in eerste instantie '''eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk'''. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
plaats vindtis, dat de pompen niet worden
<br>De '''eerste inrichting van de fabriek''' is uiterst '''eenvoudig''': '''in het oude fabrieksgebouw''' komt de '''smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij'''. Hier wordt ook de '''stoommachine met ketel''' geplaatst. In de smederij worden '''drie smidsvuren''' aangelegd en '''bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen'''.
gegoten, maar gemaakt van plaatijzer, geklonken en  
autogeen gelascht. Een proefpomp, op één tiende
der ware grootte vervardigd, voldeen aan de  
gestelde eischen volkomen.


Van het gemaal is nog niets zichtbaar, behalve
[[Bestand:
een drie millioen steenen, opgetast bij de plaats
waar het zal worden gebouwd en die met wijze
voorzorg alvast maar aangevoerd zijn, om niet op
het critfeke moment gevaar te loopen de steenfabrieken
overladen te vinden met leveranties voor 't buitenland.


Het gemaal zal zeker tot de grootste der wereld
In de voormalige droogloodsen worden '''de modellenmakerij en modellenbergplaats''' ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als '''constructiewerkplaats'''. Het '''kantoor''', de '''tekenkamer''' en de '''ontvangstruimte''' komen '''in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat''', als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
worden gerekend. Het krijgt een vermogen om
<br>Onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' en '''later ook als machinefabriek Jaffa''' zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de '''produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen'''.
in één minuut 4000&nbsp;M³. d.&nbsp;i. 4&nbsp;millioen liter water
te loozen bij een opvoerhoogte van één meter. Men
kan zich een dergelijk kwantum moeilijk voorstellen.
Wellicht krijgt men eenigen indruk wanneer
men bedenkt dat bij gebruik van tienliter-emmers
in één minuut vierhonderd duizend emmers
water uit den boezem in zee worden geworpen.


Het gemaal zal bestaan uit 4 tandemcompound
[[Bestand:57517_rioolzuivering_Jaffa_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|538x372px|link=]]
stoommachines met elk 2 centrifugaalpompen van
'''Smulders pompwerk voor rioolzuivering'''
elk 500&nbsp;M³. vermogen per minuut. Deze 8 pompen
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)
werpen 8 x 500&nbsp;M³. = 4000&nbsp;M³. water uit. Zij
bezitten voor het aanzuigen elk 2 zuigbuizen, zoodat
aan de landzijde het water in 16 zuigbuizen
wordt opgeslorpt, terwijl het aan de zeezijde door
8 persbuizen wordt afgevoerd. De 8 persbuizen
behoorende tot de 8 pompen, worden twee aan
twee beschermd door dubbele stormdeuren. De
onderkant der persbuizen ligt 3.60&nbsp;M. onder
N.&nbsp;A.&nbsp;P. en zuilen deze buizen dus aan de zeezijde
nooit zichtbaar zijn. De vloer der machinekamer,
die 62&nbsp;M. lang en 15&nbsp;M. breed is, ligt 2.70&nbsp;M.
boven N.&nbsp;A.&nbsp;P.


De stoom wordt geleverd door 6 Pied-Boeuf-ketels,
Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel '''op brede wijze''' zijn '''produktaanbod in de markt''' zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw '''complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.'''
opgesteld in een ketelhuis van 31 x 16
<br>Ook levert het bedrijf '''complete stoomgemalen''' op, in het begin compleet met '''scheprad en 8 pk stoommachine'''. Hij adverteert met de '''levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering'''.
meter. De schoorsteen, welke door de bekend
firma Canoy en Herfkens gebouwd wordt, krijgt
een hoogte van 62 meter +&nbsp;Z.P.


Een leidam ten westen van 't gemaal zal tegen
[[Bestand:Affiche_A3_2012_def_4_Jaffa_centrifugaalpomp_Erfgoed_Utrecht.jpg|461x434px|limk=]]
Z.W.-stormen een bescherming zijn.  
'''Centrifugaalpomp voor Denemarken'''
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)


't Spreekt wel vanzelf, dat de bouw van dit
In '''1895''' worden er zo al '''18 stoomachines''' afgeleverd en  in '''1899''' bedraagt dat aantal '''21'''.
gemaal eigenlijk het voornaamste deel van den
<br>De inrichting van '''[[gasfabriek]]en''' wordt verder '''een belangrijke specialiteit'''. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf [[1884]] de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de '''mechanisatie van het kolen- en cokestransport''' was daarbij een belangrijk aspect. '''Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf''' maken en in '''1904''' vervaardigde men de '''eerste ovenlaadmachine'''.
grooten arbeid is, die hier verricht moeit worden.  
Met den bouw, d.i. het opbouwen van ketelhuis,
machinegebouw, schoorsteen, vervaardigen van  
ketels, machines, pompen enz. en het monteeren
daarvan, zal waarschijnlijk nog wel twee jaren
gemoeid zijn. Dan eerst zal men zich kunnen
verlustigen aan den sierlijken eenvoud, dien de  
gevel belooft te bieden.</div>


'''In deze periode''' zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een '''steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening''' kunnen nemen. In 1904 leverde het een '''kolenlift''' voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een''' kolentransportinrichting''' voor hetzelfde bedrijf.


<div style="text-align:center;">
[[Bestand:AA3036.jpg|639x389px|link=]]
'''De Werken.'''
'''Kolentransportinrichting'''
</div>  
<br>(foto A.B.A. : Rik Wesselius, Milwaukee - website verbaarsjes.nl)


<div style="text-indent: 2em; text-align:justify;">
De '''elektrische hangkraan''' (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote '''kolen- en cokestransportinrichting''' geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de '''elektrohangbanen met automatische besturing der [[loopkat]]ten''', waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in [[1915]]. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.
Het is te begrijpen, dat Ged. Staten eerder de  
Provinciale Staten de gelegenheid aanboden, om
den stand van de werkzaamheden zelf in oogenschouw
te nemen en niet wachtten tot alles
gereed is.  


Wat nu kan worden waargenomen is trouwens
===Transport en aflevering===
ook reeds de moeite van de reis waard.  
Het '''vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties''' is '''voor Louis Smulders geen enkel probleem''': de produkten gaan '''per spoor''' vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer '''per schip''' zonder meer mogelijk.


Er zijn immers naast het gemaal werken van
[[Bestand:76141_achterzijde_Jaffa_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|522x380px|link=]]
beteekenis uit te voeren, n.l. het graven der
'''Achterzijde van het Jaffaterrein, vervoer per schip'''
toevoerkanalen en het &mdash; in verband daarmee &mdash;
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.n) 
maken van bruggen. En hiermee is men reeds
ver gevorderd.  


De Statenleden met hun voorzitter en griffier, de  
===Sociaal beleid===
hoofdingenieur, ingenieur en opzichters begaven
Ook voor Smulders is het '''niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen'''. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers '''overal vandaan''' te halen en kaapt ze desnoods '''bij de concurrentie vandaan''' en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers '''dadelijk vast werk''', wat veel '''aantrekkingskracht''' heeft '''bij de arbeiders'''. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
zich Donderdag per extra-trein om 9.25 van
<br>Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek '''uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan'''.
Heerenveen naar de Lemmer. Vandaar wandelt men
langs den zeedijk naar de Teroelsterkolk, de plaats
waar 't gemaal zal verrijzen, dat nu in 't vervolg
met meer recht heeten kan: gemaal bij de Lemmer,
dan gemaal bij Tacozijl. Hier vinden we den
steenhoop, waarover hierboven gesproken is. Het
afstroomingskanaal van de Groote Brekken naar
den zeedijk (plaats van 't gemaal) is reeds geheel
gereed, evenals de brug die in den slaperdijkweg&mdash;
Lemmer&mdash;Tacozijl gelegd moest worden.
Deze brug, een ophaalbrug, werd reeds op 6 April
1915 aanbesteed. Zij heeft 4 vaste overspanningen
en een doorvaartwijdte van 8 meter. Vier
stroomopeningen van elk 14.75&nbsp;M. wijdte. De
brug, die in 't laatst van 1915 gereed gekomen is,
kostte ƒ&nbsp;23,000.  


Het maken van dit zuide1ijk stroomkanaal
De firma Smulders loopt '''niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers''': de '''concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen'''. Daarom komt de familie Smulders regelmatig '''in aanvaring met de vakbeweging'''.
(in tegenstelling met het „noorde1ijk"
stroomkanaal dat het Idskenhuizermeer verbindt met de  
Groote Brekken) kon met het oog op den hoogen
waterstand niet eerder dan 11 Mei 1915 worden
aanbesteed. Het kanaal is in den bodem 68&nbsp;M.
breed, diep 3&nbsp;M. —&nbsp;Z.P. en heeft glooiingen van  
3 op 1, zoodat het op Z.P. een breedte van 86&nbsp;M.  
heeft. Het is in December 1915 klaar gekomen
en heeft met inbegrip van het maken van
oevervoorzieningen, een verharden toegangsweg
naar 't gemaal en het verleggen van dijken
ƒ&nbsp;129,500 gekost.  


Voor onteigening werd ƒ&nbsp;30,000 uitgegeven.
===Successen===
Alle onteigeningen evenals de verdere voor het  
De zaken gaan goed voor de firma Smulders: '''regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot'''.
noordelijke stroomkanaal konden in der minne
De produktie omvat '''installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties''', en '''bijzondere stoommachines''', waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
plaats hebben, wat zeker een prachtig succes mag
<br>In deze periode worden er ook '''steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland''', zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
worden genoemd.  
<br>In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie '''naar Nederlands-Indië''' verscheept. Er wordt zelfs '''een eigen vertegenwoordiger voor de firma in Indië aangesteld'''.


De aannemer van dit kanaal ontmoeten wij
Op de '''wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel''' is Louis Smulders '''prominent vertegenwoordigd''' onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders.
straks bij het noordelijke stroomkanaal en is de  
'''De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd''' i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de '''concurrentie uit het buitenland tijdelijk was uitgeschakeld'''.  
Naamlooze Vennootschap v.h. Tijs Volker te
Dordrecht. De baggermachines, waarmede de  
arbeid verricht werd, hadden juist het Kaiser
Wilhelmkanaal op diepte gebracht. Een
majestueuzen indruk maakt die breede stroom. Met
het breede stoomgemaal op den achtergrond bijna
3 meter boven N.&nbsp;A.&nbsp;P. zal in deze stille streek de  
toeschouwer een machtigen indruk ontvangen van
den durf, die het Friesche volk bezielt in den
strijd tegen den vijand, het water.  


Nu dit kanaal geheel gereed is, is het mogelijk
=== Divers transportmaterieel ===
geworden alle bouwmaterialen voor 't gemaal per
Volgens een fabrieksbeschrijving uit '''1918''' maakt '''Jaffa''' op dat moment uiteenlopend '''transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal)'''. Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in 1917 van 17 '''hijskranen voor de haven van Amsterdam'''. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de '''kolenlosinrichtingen'''.  Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
schip tot aan de plaats van opbouw aan te voeren.  
<br>In deze jaren ging de fabriek '''als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa''' voeren.
Een groot gerief voor de verdere werkzaamheden.  


De Statenleden gaan nu in een te Lemmer
Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van '''elektrotakels''', waarmee Jaffa in '''1932''' begon. Dit gebeurde grotendeels in '''seriefabricage'''. Rond '''1950''' werden '''standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min.''' gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.
thuisbehoorende stoomboot, varen door de  
beschreven brug het geheele kanaal af naar de
Groote Brekken. Zij kunnen daarbij de afbuiging
van de Zijlroede oostwaarts naar de Lemmer zien.  
Aan boord bij de vaart over de Groote Brekken
is er gelegenheid tot het gebruiken van de lunch.  
De boot zet de heeren aan het noordelijkste deel
van de Brekken weer aan land. Daar zal het
noordelijk stroomkanaal uitmonden, dat De
Koevorden, of liever het ondereind daarvan,
„Idskenhuizermeer" genaamd, zal verbinden met de
Brekken. Is die verbinding gereed, dan is de
watertoevoer uit den Frieschen boezem naar het gemaal
voldoende verzekerd. Tusschen de Brekken en het
Idskenhuizermeer loopen evenwel 2 wegen
n.l. de rijksstraatweg Sneek&mdash;Lemmer en de
kunstweg Sloten&mdash;St. Nicolaasga. Zij kruisen
elkaar by Spannenburg en bij die kruising zal ons
kanaal als derde komen kruisen. We krijgen daar
een zes-armig kruis met hoeken van 60 graden.
Hier is dus weer een brug noodig en met een
praktische kleine omlegging van den weg kan een
goede ligging van de brug worden verkregen.
Noemen wij haar Brug bij Spannenburg.  


Zij werd als draaibrug 17 Aug. 1915 aanbesteed,
===Pompwerktuigen===
gelijktijdig met het maken van een vaste
Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van '''pompwerktuigen''', al dan niet '''in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie'''. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa [[1882]] al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.
brug in een parallelweg en bijkomende werken.
Een en ander kost ƒ&nbsp;44,000.


De brug heeft twee doorvaartwijdten elk van 9
===Hoogtepunt===
meter en twee stroomopemngen elk wijd 14
'''Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het [[ir. D.F. Woudagemaal]] bij Lemmer uit 1920''', sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een '''capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines'''. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.
meter. Ze zal over een paar weken gereed zijn.
Bij den bouw is er blijkbaar op gerekend, dat dit
stroomkanaal nog eenmaal voor grootscheepsvaarwater
zal kunnen dienen om den weg naar de  
Lemmer te bekorten.  


Bij de brug blijven we even staan, maar gaan
===Bedrijfsvoering===
dan een 800 meter verder en zien alweer een  
Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. '''Na het overlijden van Louis Smulders, in [[1908]] zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort'''. Deze wordt '''in 1918 omgezet in een naamloze vennootschap''', waarbij de familie de leiding behoudt. '''In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering''', die dan in handen komt van derden.  
breed water, 't Is het Noordelijk stroomkanaal
dat, vanuit het Idskenhuizermeer begonnen, reeds
tot hier is gevorderd.  


23 December 1915 werd het aanbesteed, het
===Bezettingstijd===
heeft een bodembreedte van 44 mater, is diep 3
Vanaf het begin van de bezetting''' tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf''' en wordt dan '''voor een deel ingezet voor de Duitse oorlogseconomie'''. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, '''een moeilijke tijd''' door. Er komen voornamelijk '''orders van de bezetter''' binnen, '''personeel duikt onder''' of wordt '''verplicht tewerkgesteld in Duitsland'''. Uiteindelijk komt het bedrijf '''onder leiding te staan van de bezetter'''. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.  
meter Z.P., heeft glooiingen van 3 op 1, dus een  
breedte by Z.P. van 62 meter, Het zal midden
1917 gereed komen. De aannemingssom bedroeg
ƒ&nbsp;251,100. Voor onteigening was hier pl.&nbsp;m.
ƒ&nbsp;100,000 noodig.


Hier ziet men nu hoe het kanaal ontstaat. Hoe
===Naoorlogse ontwikkelingen===
het gegraven wordt, zou men vroeger zeggen,
<br>'''Na de bevrijding''' komt de productie echter al snel weer op gang: '''houtgasgeneratoren''' en andere '''transportmiddelen'''. '''Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland'''.
maar daarbij denkt men aan een leger van polderjongens
<br>In '''1951''' wordt het bedrijf '''overgenomen door Stork''', waarna in '''1952 de naam''' wordt '''gewijzigd''' in '''N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa'''. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen '''vliegtuigliften''' tot ontwikkeling. '''Stuurinrichtingen voor schepen''' blijven eveneens belangrijk, terwijl '''(semi)-automatische doceersystemen''' een belangrijke nieuwe pijler worden.
met schop en kruiwagen, gelegerd in keten
en werkend dat de koppen rood worden. Hoe
geheel anders gaat dit hier.  


Voor het land dat weggegraven moet worden
===Schaalvergroting===
ligt een groote, verbazend sterke baggermachine.
In '''1977''' volgt '''de integratie binnen de Stork-gelederen''' in de in 1975 gevormde '''divisie Bepak''' (Bottling and Packaging Systems), waarbij '''Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen'''. In '''1998''' wordt het '''restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer''', die op zijn beurt in '''2002''' weer wordt samengevoegd met de productielokatie in '''Amsterdam'''. '''Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken''', op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.
Een anker ligt vóór in 't land en met een lier
wordt de baggermachine tegen het land aangedrukt.
Nu begint de baggering. Wij staan op de  
machine en houden het oog gericht op het grasveld,
vlak voor ons. De machine steunt, de kettingen
ratelen en ziet daar beweegt een deeltje
van dat grasveld ten grootte van ¾&nbsp;M². Een
oogenblik later gaat het in een bak naar boven.
Nog een moment en het glijdt in de praam, die
terzijde van de baggermachine op zijn vracht ligt
te wachten. De baggermachine brengt het kanaal
onmiddellijk op 3 meter diepte. Heeft zij het
eene stuk uit het land gevreten, gehapt zou men
zeggen, dan verschuift nauw merkbaar dat gevaarte
wat naar rechts en hapt het brok ernaast
weg. Zoo gaat de machine den geheelen dag het
kanaal aan de landgrens heen en weer en werpt
telkens zijn stukken weg.  


Al naarmate de grondsoort leemig of los, vordert
In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.
zij per week 60 of 100 meter. Iedere week
is dus de machinist een pl.&nbsp;m. 75 meter dichter
bij de Spannenburgerbrug, die nu nog een brug
over land is. Dan gaat ze door de brug en vreet
zich verder door naar de Groote Brekken. 't Lijkt
haast de jongen, die door den breiberg moet.
60 à 100 meter per week lijkt niet veel gevorderd,
maar 't beteekent een opruiming van pl. m.
18,000&nbsp;M³. grond, een werk waaraan 250 polderjongens
genoeg zouden hebben. Nu ziet men
maar enkele arbeiders, die de baggermachine
bedienen. De grond, grootendeels zand, wordt in
de pramen naar het Idskenhuizermeer gebracht.
Daar ligt de zuig-persmachine &mdash; zij was jammer
genoeg thans defect &mdash; die steekt haar zuigapparaat
in de praam, zuigt het zand op na toevoeging van  
voldoende water en perst het door buizen waar ze
het hebben wil.


Meer dan de helft van het Idskenhuizermeer
Bronnen:
is er mee gedempt. De Staten maakten dus een
<br>website: nl.wikipedia.org
wandeling op het Idskenhuizermeer.  
<br>afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
 
<br>"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam.  
't Spreekt wel van zelf, dat hier het langst vertoefd wordt.
(Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001
 
De excursie is er ook mee ten einde. De heeren
gaan nu in pramen het ondiepe meer De Koevorden
over en vinden na een vrij langdurig, winderig
reisje in den Nieuweweg weer de stoomboot, die
hen door Oudhof en Woudvaart in Sneek brengt.
 
De reis heeft een goeden indruk gegeven voor
den stand der werkzaamheden van de afstroomingswerken,
op welker voltooiing wordt gewacht
De data, hiervoren vermeld, doen zien hoe de  
provinciale waterstaat met bekwamen spoed zijn
arbeid verricht. Geen lijd gaat verloren. Eerstdaags
volgt nog de aanbesteding van den bouw
van machinegebouw, ketelhuis, enz
 
Als alles zoo vlot blijft loopen heeft Friesland
over twee jaar zijn gemaal in werking.
</div></div>
 
 
==Bronnen==
# Het Stoomgemaal bij Tacozijl. ''Leeuwarder courant: Tweede blad'', (1916, 15 september)<br> Geraadpleegd op 10-03-2022, van https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010600767:mpeg21:p005
<br>
[[Category:Publicaties | Leeuwarder Courant 1916.09.15]]

Versie van 28 jul 2012 21:37

Machinefabriek Jaffa

Machinefabriek Jaffa was een machinefabriek te Utrecht (stad). Het is de naam die de machinefabriek Louis Smulders & Co. te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf 1890 gevestigd is. Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.

Ontstaan

(afbeelding: wikipedia)

Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats Jaffa een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk onder de naam "Jaffa" gevestigd.

Geschiedenis van activiteiten

De activiteiten van firma Louis Smulders & Co. zijn echter al ouder. De naamgever Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908) is onder meer met zijn broers Augustinus Franciscus (1838-1908) en Franciscus Hendrikus (1851-1915) werkzaam in het vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg. Vader Smulders was dus een pionier, maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid. In 1846 krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines, is er in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg.
De broers werken later samen verder in Utrecht binnen de firma A.F. Smulders.
Deze samenwerking duurt tot 1880. Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder onder de naam Louis Smulders & Co. Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
Tien jaar later, in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers, waarbij Louis onder de bestaande firmanaam verder gaat, nu samen met zijn zonen Henri en Jan Smulders.

(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)

Oprichting

In 1890 is machinefabrikant Louis Smulders te Utrecht bezig met de voorbereiding en opzet van zijn nieuwe machinefabriek. Via de Engelse machinefabrikanten informeert hij zich op listige wijze over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines, die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.
Voor de oprichting van een fabriek zijn verder financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig. Bovendien is ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens ruimschoots ervaring opgedaan bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Beginsituatie

In Nederland zijn de ontwikkelingen in de metaalnijverheid en machinebouw laat gestart en enigszins achtergebleven. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
Toch komen de ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang. De grote boost komt in de jaren negentig van deze 19e eeuw, precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
De uitvinding van de stoommachine is natuurlijk een belangrijke impuls geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.

Stoom in de polders

De eerste proefneming met een stoommachine vindt in 1776 plaats in Rotterdam.

Het is goed te verklaren dat in een land waar men eeuwenlang inspanningen moet plegen aan de waterbeheersing de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.

Kansen en bedreigingen

De kansen op de markt zijn voor de fabrikanten van stoommachines aanvankelijk nog niet bijster groot: onbekendheid met de mogelijkheden van machinale bewerking, gebrek aan ervaring bij de handwerkslieden en de beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts zijn daarvan de oorzaak.
Aan het begin van de negentiende eeuw is er nog weinig industriële activiteit. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als huisnijverheid verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
Er moet worden gewacht op een groei van de markt. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines niet meer in het buitenland gaan kopen, maar dat de opdrachten worden gegund aan de Nederlandse fabrikanten.
De pioniers die in de eerste helft van de negentiende eeuw een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan eerst nog met een gebrek aan opdrachten en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.

De Nederlandse machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak. In veel gevallen zijn de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen. Deze doen dus veel ervaring op met stoommachines en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes.

Stoom-machinefabriek Van der Ploeg te Grou


Daarbij is er in het begin nog geen sprake van seriematige produktie. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse machines en installaties waar de klanten om vragen.
Zo maakt de familie Smulders stoommachines, levert komplete installaties voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.

De eerste machinefabrieken

Rond 1850 zijn er in Nederland ongeveer tien machinebedrijven, waarin een duizend personeelsleden werken. Eén van de tien is het bedrijf W.H. Smulders te Tilburg, waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij van onderop begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in 1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen uiteindelijk terecht in Utrecht.

Louis Smulders & Co

Louis Smulders begint in 1891 een eigen bedrijf op de hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Het terrein is van een al enige tijd leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa, dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus een geschikt fabrieksterrein en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
De vergunning omvat in eerste instantie eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
De eerste inrichting van de fabriek is uiterst eenvoudig: in het oude fabrieksgebouw komt de smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij. Hier wordt ook de stoommachine met ketel geplaatst. In de smederij worden drie smidsvuren aangelegd en bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen.

[[Bestand:

In de voormalige droogloodsen worden de modellenmakerij en modellenbergplaats ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als constructiewerkplaats. Het kantoor, de tekenkamer en de ontvangstruimte komen in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat, als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
Onder de naam Louis Smulders & Co. en later ook als machinefabriek Jaffa zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen.

Smulders pompwerk voor rioolzuivering
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel op brede wijze zijn produktaanbod in de markt zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.
Ook levert het bedrijf complete stoomgemalen op, in het begin compleet met scheprad en 8 pk stoommachine. Hij adverteert met de levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering.

limk= Centrifugaalpomp voor Denemarken
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

In 1895 worden er zo al 18 stoomachines afgeleverd en in 1899 bedraagt dat aantal 21.
De inrichting van gasfabrieken wordt verder een belangrijke specialiteit. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf 1884 de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de mechanisatie van het kolen- en cokestransport was daarbij een belangrijk aspect. Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf maken en in 1904 vervaardigde men de eerste ovenlaadmachine.

In deze periode zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening kunnen nemen. In 1904 leverde het een kolenlift voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een kolentransportinrichting voor hetzelfde bedrijf.

Kolentransportinrichting
(foto A.B.A. : Rik Wesselius, Milwaukee - website verbaarsjes.nl)

De elektrische hangkraan (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote kolen- en cokestransportinrichting geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de elektrohangbanen met automatische besturing der loopkatten, waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in 1915. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.

Transport en aflevering

Het vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties is voor Louis Smulders geen enkel probleem: de produkten gaan per spoor vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer per schip zonder meer mogelijk.

Achterzijde van het Jaffaterrein, vervoer per schip
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.n)

Sociaal beleid

Ook voor Smulders is het niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers overal vandaan te halen en kaapt ze desnoods bij de concurrentie vandaan en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers dadelijk vast werk, wat veel aantrekkingskracht heeft bij de arbeiders. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan.

De firma Smulders loopt niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers: de concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen. Daarom komt de familie Smulders regelmatig in aanvaring met de vakbeweging.

Successen

De zaken gaan goed voor de firma Smulders: regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot. De produktie omvat installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties, en bijzondere stoommachines, waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
In deze periode worden er ook steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland, zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie naar Nederlands-Indië verscheept. Er wordt zelfs een eigen vertegenwoordiger voor de firma in Indië aangesteld.

Op de wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel is Louis Smulders prominent vertegenwoordigd onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders. De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de concurrentie uit het buitenland tijdelijk was uitgeschakeld.

Divers transportmaterieel

Volgens een fabrieksbeschrijving uit 1918 maakt Jaffa op dat moment uiteenlopend transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal). Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in 1917 van 17 hijskranen voor de haven van Amsterdam. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de kolenlosinrichtingen. Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
In deze jaren ging de fabriek als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa voeren.

Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van elektrotakels, waarmee Jaffa in 1932 begon. Dit gebeurde grotendeels in seriefabricage. Rond 1950 werden standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min. gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.

Pompwerktuigen

Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van pompwerktuigen, al dan niet in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa 1882 al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.

Hoogtepunt

Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het ir. D.F. Woudagemaal bij Lemmer uit 1920, sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.

Bedrijfsvoering

Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. Na het overlijden van Louis Smulders, in 1908 zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort. Deze wordt in 1918 omgezet in een naamloze vennootschap, waarbij de familie de leiding behoudt. In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering, die dan in handen komt van derden.

Bezettingstijd

Vanaf het begin van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf en wordt dan voor een deel ingezet voor de Duitse oorlogseconomie. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, een moeilijke tijd door. Er komen voornamelijk orders van de bezetter binnen, personeel duikt onder of wordt verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Uiteindelijk komt het bedrijf onder leiding te staan van de bezetter. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.

Naoorlogse ontwikkelingen


Na de bevrijding komt de productie echter al snel weer op gang: houtgasgeneratoren en andere transportmiddelen. Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland.
In 1951 wordt het bedrijf overgenomen door Stork, waarna in 1952 de naam wordt gewijzigd in N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen vliegtuigliften tot ontwikkeling. Stuurinrichtingen voor schepen blijven eveneens belangrijk, terwijl (semi)-automatische doceersystemen een belangrijke nieuwe pijler worden.

Schaalvergroting

In 1977 volgt de integratie binnen de Stork-gelederen in de in 1975 gevormde divisie Bepak (Bottling and Packaging Systems), waarbij Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen. In 1998 wordt het restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer, die op zijn beurt in 2002 weer wordt samengevoegd met de productielokatie in Amsterdam. Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken, op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.

In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.

Bronnen:
website: nl.wikipedia.org
afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam. (Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001