Ketelvoedingswater - Algemeen en Machinefabriek Jaffa: verschil tussen pagina's

Uit Wouda's Wiki
(Verschil tussen pagina's)
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
imported>Jan Pieter Rottine
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
''(deze pagina is nog in bewerking!)''
=='''[[Machinefabriek Jaffa]]'''==
Machinefabriek <strong>Jaffa</strong> was een <strong>machinefabriek te Utrecht (stad)</strong>. Het is de naam die de '''[[machinefabriek]]''' <strong>Louis Smulders & Co.</strong> te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf '''1890''' gevestigd is.
Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.


'''Ketelvoedingswater en de voedingswaterreiniging'''
===Ontstaan===


Het '''water''' dat in aanmerking komt '''voor de stoomvorming in de stoomketel''' moet '''zo rein mogelijk''' zijn.
[[Bestand:220px-Jaffa_buitenplaats_Utrecht.JPG|220x165px|link=]]
<br>De '''ketelwanden''' mogen bij het verhitten van het water '''niet aankoeken'''. Een '''korst aan de waterzijde op de binnenwanden van de ketel''' is heel '''onvoordelig voor de warmteoverdracht aan het ketelwater'''. '''Chemisch''' gezien zou '''het ketelwater daarom zo elementair mogelijk''' moeten zijn. '''Eigenlijk voldoet alleen gedestilleerd water''' aan deze eis, maar dat kunnen we '''in de natuur niet''' vinden.
(afbeelding: wikipedia)


=='''Voedingswater'''==
Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats <strong>Jaffa</strong> een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk  onder de naam "Jaffa" gevestigd.  
'''Voor het voeden van stoomketels''' komen verschillende '''natuurlijke watersoorten''' in aanmerking.


==='''Regenwater'''===
===Geschiedenis van activiteiten===
De '''activiteiten''' van firma Louis Smulders & Co. zijn echter '''al ouder'''. De naamgever '''Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908)''' is onder meer met zijn broers '''Augustinus Franciscus (1838-1908)''' en '''Franciscus Hendrikus (1851-1915)''' werkzaam in het '''vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg'''. Vader Smulders was dus een '''pionier''', maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid.
In '''1846''' krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want '''van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines''', is er '''in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg'''.
<br>De broers werken later '''samen verder in Utrecht''' binnen de '''firma A.F. Smulders'''.
<br>Deze samenwerking duurt '''tot 1880'''. '''Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder''' onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
<br>Tien jaar later, '''in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers''', waarbij '''Louis onder de bestaande firmanaam verder''' gaat, nu samen met zijn '''zonen Henri en Jan Smulders'''.


<ul>
[[Bestand:Louis_Sm_geheugen_van_Nederland.jpg‎|469x328px|link=]]
<li>Het '''zuiverste water''' in de natuur is '''regenwater'''.
(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)
<li>Regenwater is water dat '''de natuurlijke weg door de atmosfeer heeft afgelegd''' en is '''opgevangen in een reservoir'''. Als het regenwater '''zorgvuldig''' is opgevangen, bevat het '''uitsluitend bestanddelen uit de lucht'''. De '''zuurstof en vrij koolzuur''' kunnen daarentegen '''wel al last veroorzaken in het stoombedrijf'''.
<li>Helaas kan men het regenwater '''niet in voldoende hoeveelheden''' verzamelen om '''dagelijks grote stoomketels te kunnen vullen''' en '''tijdens het stoombedrijf van water te blijven voorzien'''. Zelfs in het geval van het Nederlandse zeeklimaat, waarbij sprake is van zachte regenrijke winters en gematigde koele zomers, kan het rechtstreeks opvangen van regenwater uit de lucht niet aan de vraag voldoen.
<br>Er blijft ons dus niets anders over dan '''voor het vullen van de stoomketels naar andere waterbronnen en -voorraden om te zien'''.
</ul>


[[Bestand:Stortregen_k.jpeg|400×300px|link=]]
===Oprichting===
In '''1890''' is machinefabrikant Louis '''Smulders te Utrecht''' bezig met de voorbereiding en opzet van zijn '''nieuwe machinefabriek'''. Via de Engelse machinefabrikanten '''informeert hij zich''' op listige wijze '''over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines''', die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
==='''Oppervlaktewater'''===
<br>'''In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.'''  
 
<br>Voor de oprichting van een fabriek zijn verder '''financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig'''.  
'''Oppervlaktewater''' uit '''rivieren, meren, kanalen en vaarten'''.
Bovendien is '''ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst'''. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens '''ruimschoots ervaring opgedaan''' bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.
<br>Dit water betreft, '''naast door rivieren aangevoerd water''', meestal '''ook regenwater''' dat '''via de oppervlakte in greppels, sloten, vaarten, kanalen in meren en boezems wordt bijeengebracht'''. Dit water heeft bovendien in bepaalde gevallen '''ook nog een betrekkelijk korte weg door de aardbodem afgelegd'''.
<br>Het oppervlaktewater is '''meestal verontreinigd door onopgeloste bestanddelen''', die er in min of meer '''fijne toestand''' in voorkomen en van '''anorganische of organische oorsprong''' zijn. Ook bevat het oppervlaktewater '''colloïdaal opgeloste stoffen''', die zo '''fijn verdeeld''' zijn, dat ze '''door filtratie niet verwijderd kunnen worden'''.
<br>Het '''neemt door het transport uit de bodem bestanddelen in zich op''' als: '''zuurstof, stikstof, koolzuur, magnesiumchloride, gips, koolzure kalk, koolzure magnesia, kiezelzuur, koolzure ijzeroxyde, salpeterzuur en vetzuren'''.
<br>Van deze stoffen zijn '''vooral de zuurstof en de zuren schadelijk''' voor de '''ketelwanden''' die erdoor worden aangetast. Ook de '''chlorideverbindingen''' kunnen '''gevaarlijke schade''' aanbrengen als ze in  de ketel ontleed worden en dan '''zoutzuur''' kunnen vormen.
<br>De vorming van ketelsteen vindt '''vooral plaats uit de dubbelkoolzure kalk, gips en koolzure magnesia'''.
 
De '''zouten''' zijn '''op zichzelf minder schadelijk''', maar ze moeten '''wel zo nu en dan worden afgevoerd''' door ze uit de ketel te '''spuien''' (via de '''spuileiding''' onder in de ketelwandwand aangebracht)
 
==='''Grondwater'''===


'''Grondwater''' is als regenwater in de bodem gedrongen en dat '''dieper in de aardbodem voldoende tijd heeft gekregen om uit de bodem verschillende bestanddelen en stoffen op te lossen en op te nemen'''.
[[Bestand:76132.jpg|557x359px|link=]]
<br>Grondwater '''bevat weinig of geen zuurstof''', omdat dit bij de '''afbraakprocessen in de bodem door de organische stoffen wordt verbruikt'''. Het bij deze processen gevormde koolzuur gas wordt door het water opgelost, waardoor het min of meer zuur wordt en bij het lange doordringsproces volop de gelegenheid krijgt '''om de bestanddelen uit de bodem op te nemen'''.
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)


[[Bestand:Grondwater_k.jpg|400×300px|link=]]
===Beginsituatie===
'''In Nederland''' zijn de ontwikkelingen in de '''metaalnijverheid en machinebouw laat gestart''' en '''enigszins achtergebleven'''. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
<br>Toch komen de '''ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang'''. De grote '''boost''' komt '''in de jaren negentig van deze 19e eeuw''', precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
<br>De '''uitvinding van de stoommachine''' is natuurlijk '''een belangrijke impuls''' geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk '''ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit'''. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.


Omdat '''oppervlaktewater''' en in sommige gevallen ook wel '''grondwater''' in Nederland '''in ruime hoeveelheden voorhanden''' zijn, worden de '''stoomketels in het stoombedrijf bijna altijd gevuld met deze watersoorten'''. De hierin '''opgenomen bestanddelen''' hebben '''wel gevolgen voor de behandeling van dit water''', voordat ze als '''ketelvoedingswater''' kunnen worden gebruikt.
[[Bestand:Schoorsteen_5.jpg|545x368px|link=]]


==='''Behandeling van het oppervlakte- en grondwater ter voorbereiding voor het stoombedrijf'''===
===Stoom in de polders===
<br>
De eerste '''proefneming met een stoommachine''' vindt in '''1776''' plaats in Rotterdam.
[[Bestand:Oppervlaktewater_k1.jpg|400×300px|link=]]
<br>


In het '''begin''' vormt zich '''alleen maar een laag slib''' in de ketel, maar '''naarmate de verdamping doorgaat''' zal zich al '''spoedig een laag ketelsteen''' vormen, die zolang er geen '''gips''' aanwezig is, '''eerst nog redelijk zacht''' zal blijven. '''Als er echter gips afgescheiden wordt''', dan zal dit de '''ketelsteen''' '''geleidelijk hard''' maken.
[[Bestand:Eerste_sm_ned.gif‎|470x300px|link=]]
<br>Deze hardgeworden ketelsteen is '''voor het stoombedrijf heel onvoordelig''', omdat de '''warmteoverdracht al snel veel slechter''' wordt. Als de laag '''ketelsteen 1 mm dik wordt neemt het brandstofverbruik ca. 10 %, bij 10 mm ca, 100 % toe'''.


Als de laag '''ketelsteen te dik''' wordt zal er tenslotte '''helemaal geen warmteoverdracht''' meer plaats kunnen vinden, het '''ketelwater wordt niet meer verhit''' en '''stoomvorming blijft uit!''' Bovendien wordt, andersom gezien, '''de ketelwand niet meer door het water afgekoeld''' en dan zal '''de ketelplaat zo sterk verhit worden dat die uiteindelijk door de stoomdruk gaat scheuren''' en een '''ketelexplosie''' kan volgen.
Het is goed te verklaren dat in een land waar men '''eeuwenlang inspanningen''' moet plegen '''aan de waterbeheersing''' '''de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling'''. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.


==='''Hardheid'''===
===Kansen en bedreigingen===
De '''kansen op de markt''' zijn voor de fabrikanten van stoommachines '''aanvankelijk nog niet bijster groot''': '''onbekendheid''' met de mogelijkheden van machinale bewerking, '''gebrek aan ervaring''' bij de handwerkslieden en de '''beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts''' zijn daarvan de oorzaak.
<br>Aan het '''begin van de negentiende eeuw''' is er '''nog weinig industriële activiteit'''. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als '''huisnijverheid''' verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
<br>Er moet worden '''gewacht op een groei van de markt'''. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines '''niet meer in het buitenland gaan kopen''', maar dat de opdrachten worden '''gegund aan de Nederlandse fabrikanten'''.
<br>De '''pioniers''' die '''in de eerste helft van de negentiende eeuw''' een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan '''eerst nog met een gebrek aan opdrachten''' en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.
   
   
Om de '''hoedanigheid van het water''' te kunnen '''normeren''' spreekt men van '''hard en zacht water'''. Daarvoor heeft men '''een schaal van hardheidsgraden''' vastgesteld.
De Nederlandse '''machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak.''' In veel gevallen zijn '''de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen'''. Deze doen dus '''veel ervaring op met stoommachines''' en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, '''groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes'''.
<br>Men onderscheidt hierbij '''Duitse, Franse en Engelse harheidsgraden'''.
<ul>
<li>'''1 Duitse harheidsgraad''' komt overeen met '''1 deel calciumoxyde (CaO) op 100.000 delen water'''
 
<li>'''1 Franse hardheidsgraad''' komt overeen met '''1 deel koolzure kalk (CaCO3) op 100.0000 delen water'''
 
<li>'''1 Engelse hardheidsgraad''' komt overeen met '''1 deel koolzure kalk (CaCO3) op 70.000 delen water'''
</ul>
Als men rekent met de scheikundige verbindingsgewichten, bevat 1m3 water met 1 Duitse hardheidsgraad dan:
10 gr '''calciumoxyde''' (CaO), 17,9 g '''koolzure kalk''' (CaCO3), 7,15 g '''magnesiumoxyde''' (MgO), 24,5 g gips (CaSO4) en 15 g '''koolzure magnesia''' (MgCO3),
<br>waaruit we kunnen '''afleiden''' dat '''1 Duitse hardheidsgraad = 1,79 Franse = 1,25 Engelse hardheidsgraden'''.
 
Door middel van een '''zeepoplossing''' kan men in zekere zin '''bepalen, of het water hard''' is. Een '''zeepoplossing schuimt namelijk niet in hard water''' en wordt '''door de magnesia- en kalkzouten ontleed'''. Pas '''als alle kalk- en magnesiazouten door de zeep zijn gebonden''', zal die '''beginnen te schuimen'''.
<br>'''Hoe meer zeep men hiervoor nodig heeft, hoe harder het water is'''.
 
Het is goed om het '''water''', dat voor de '''ketelvoeding''' gebruikt gaat worden, '''eerst scheikundig te gaan onderzoeken''', omdat '''de maximum toegestane hardheid afhankelijk is van de soort ketel in de stoominstallatie'''.
<br>Zo moet men het water bij '''vuurhaard-ketels''' gaan reinigen, als het water '''meer dan 6 a 7 hardheidsgraden''' bezit.
<br>Bij '''waterpijpketels''' (bij voorbeeld '''Babcock en Wilcoxketels''') kan men '''zelfs een veel kleinere hardheid toestaan'''.  


==='''Reiniging van ketelvoedingswater'''===
[[Bestand:Ploeg stoommachine.JPG|420x599px|link=]]


De '''reiniging van het voedingswater''' kan op '''verschillende manieren''' gebeuren:
<br>Daarbij is er '''in het begin nog geen sprake van seriematige produktie'''. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse '''machines en installaties waar de klanten om vragen'''.
<ul>
<br>Zo maakt '''de familie Smulders''' stoommachines, levert '''komplete installaties''' voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.
<li>'''mechanische reiniging'''
<li>'''reiniging door verwarming'''
<li>'''scheikundige reiniging''', die nog '''onderverdeeld''' kan worden in:
<ul>
        <li>'''reiniging met soda'''
<li>'''reiniging met gebluste kalk, etsnatron en koolzure baryt'''
<li>'''reiniging door middel van de permutiet-methode'''
        </ul>
<li>'''thermisch-chemische reiniging'''
<li>'''verdamping'''
<li>'''het gebruik van condensatiewater''' voor het voedingswater
</ul>


===='''De mechanische reiniging'''====
===De eerste machinefabrieken===
Rond '''1850''' zijn er in Nederland ongeveer '''tien machinebedrijven''', waarin een '''duizend personeelsleden''' werken. Eén van de tien is het bedrijf '''W.H. Smulders te Tilburg''', waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij '''van onderop''' begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in '''1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie'''. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen '''uiteindelijk''' terecht '''in Utrecht'''


De '''stoffen''', die '''zwaarder dan water''' zijn '''bezinken''' als het water '''een tijdje stilstaat'''. De '''stoffen''' die echter '''in fijnverdeelde toestand''' in het water zitten, '''bezinken niet zo gemakkelijk'''. Het water moet '''eerst door een filter''' geleid worden. Het filtermateriaal moet '''niet te grofkorrelig''' zijn, men gebruikt hiervoor vaak '''kiezel of cokes'''. Het water moet '''eerst door het grove materiaal gevoerd worden en dan door het fijn korrelige materiaal'''.
=== Louis Smulders & Co===
'''Louis Smulders begint in 1891''' een eigen bedrijf op de '''hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg'''.


Als voorbeeld wordt hier het '''toestel van de firma Reisert (Keulen)''' getoond.
[[Bestand:40765_Vleuten_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|517x387px|link=]]
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)


[[Bestand:Fig._170_Imelman_pag_186a.jpg|500×412px|link=]]
Het terrein is van een al enige tijd '''leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa''', dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus '''een geschikt fabrieksterrein''' en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
<br>De vergunning omvat in eerste instantie '''eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk'''. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
<br>De '''eerste inrichting van de fabriek''' is uiterst '''eenvoudig''': '''in het oude fabrieksgebouw''' komt de '''smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij'''. Hier wordt ook de '''stoommachine met ketel''' geplaatst. In de smederij worden '''drie smidsvuren''' aangelegd en '''bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen'''. In de voormalige droogloodsen worden '''de modellenmakerij en modellenbergplaats''' ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als '''constructiewerkplaats'''. Het '''kantoor''', de '''tekenkamer''' en de '''ontvangstruimte''' komen '''in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat''', als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
<br>Onder de naam '''Louis Smulders & Co.''' en '''later ook als machinefabriek Jaffa''' zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de '''produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen'''.


Het te reinigen water komt '''door de leiding A binnen''', stroomt '''door de kiezelmassa F''' en '''vloeit door B gereinigd uit''' het toestel.
[[Bestand:57517_rioolzuivering_Jaffa_Erfgoed_Utrecht_nl.jpg|538x372px|link=]]
<br>In het bedrijf zijn '''alleen de buizen A en B geopend''', alle '''andere blijven gesloten'''.
pompwerk voor rioolzuivering'''
<br>Om het toestel '''schoon te maken''', wordt '''A gesloten''' en vervolgens '''laat men water door B in R''' stromen, zodat het '''door f naar buiten''' stroomt (bij S). Dan wordt ook het '''straaltoestel D in werking''' gebracht, zodat het '''door de geopende kraan C de lucht beneden het filtermateriaal van de slib reinigt''', die dan '''met het water wegvloeit'''. Het kraantje k moet daarbij geopend zijn, opdat de lucht ontwijken kan.
<br>(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)  


Het is duidelijk dat '''deze reinigingsvorm alleen''' toegepast kan worden als '''scheikundige reiniging niet nodig''' wordt geacht. Men kan ook '''mechanische en scheikundige reiniging combineren'''.
Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel '''op brede wijze''' zijn '''produktaanbod in de markt''' zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw '''complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.'''
<br>Ook levert het bedrijf '''complete stoomgemalen''' op, in het begin compleet met '''scheprad en 8 pk stoommachine'''. Hij adverteert met de '''levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering'''.


===='''Reiniging door verwarming'''====
[[Bestand:


'''Reiniging door verwarming''' berust op een eenvoudig principe. '''Bij normale temperatuur''' zijn koolzure kalk, koolzure magnesia en gips '''in het water opgelos'''t. Deze '''ketelsteenvormende stoffen''' worden '''bij temperaturen hoger dan 145 gr. C. uit het water afgescheiden'''.
In '''1895''' worden er zo al '''18 stoomachines''' afgeleverd en in '''1899''' bedraagt dat aantal '''21'''.
<br>Als men het water dus '''verwarmd tot boven deze temperatuur''', '''voordat''' het in de ketel komt voor de stoomvorming en zodoende dus '''pas later met de ketelwanden in aanraking komt''', zal er nog maar '''heel weinig afzetting''' plaatsvinden.
<br>De inrichting van '''[[gasfabriek]]en''' wordt verder '''een belangrijke specialiteit'''. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf [[1884]] de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de '''mechanisatie van het kolen- en cokestransport''' was daarbij een belangrijk aspect. '''Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf''' maken en in '''1904''' vervaardigde men de '''eerste ovenlaadmachine'''.
<br>Hiervoor zijn '''verschillende toestellen''' uitgedacht. Als voorbeeld tonen we hier enige toepassingen.
<br>
[[Bestand:Fig._170_Imelman_pag_186a2.jpg|400×330px|link=]]
<br>
Het toestel van de Fig. 171a wordt '''boven in de ketel in de stoomruimte aangebracht'''. Op het toestel slaan '''lucht, gassen en vaste stoffe'''n uit het voedingswater neer. '''Lucht en gassen''' worden '''direct met de stoom weggeleid''', zodat het aantasten van de ketelwanden door deze gassen niet meer mogelijk is. Het '''water stroomt vanaf de top van de tafels over de tafeletages via de openingen''' naar beneden.
<br>
[[Bestand:Fig._171b_Imelman_pag_186a2.jpg|650×356px|link=]]
<br>
<br>Het toestel is '''van een plaatijzeren kap voorzien''', waardoor het '''slib niet in de ketel''' terecht komt. Het water komt door bemiddeling van de kap '''bovendien met de stoom in aanrakin'''g en wordt zo ook '''verwarmd'''.
<br>Het weke '''slib''' kan '''dagelijks door het openen van de spuikraan (Fig. 171b) uit het toestel worden verwijderd'''. Dan blijft nog wel '''de hardere massa op de tafels liggen''', maar ook deze '''nog zachte massa''' kan '''gemakkelijk worden verwijderd'''.
<br>Als verbetering kan dit toestel ook '''in een aparte ketel buiten de stoomketel''' worden ondergebracht, zodat '''het water al gereinigd''' en '''voorverwarmd in de stoomketel''' stroomt.
<br>Op die wijze kan het toestel ook '''veel groter''' worden uitgevoerd.
<br>Deze wijze van reiniging door verwarming kan een stoomketel '''gemakkelijk een jaar in bedrijf''' houden, '''zonder''' dat hij inwendig moet worden '''geschoond'''.  


Figuur 172 pag 187
'''In deze periode''' zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een '''steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening''' kunnen nemen. In 1904 leverde het een '''kolenlift''' voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een''' kolentransportinrichting''' voor hetzelfde bedrijf.


In Fig. 172 zien we de ketelwatercirculator van Hotchkiss. De trechter D is op waterspiegelhoogte aangebracht en door pijp F met de kogel E, die op de ketel gemonteerd is, is verbonden. De watercirculatie gaat door F, E en C. Het slib wordt via B periodiek afgevoerd. (bij slecht water 1x per uur, bij beter water 2x per uur). Het luchtkraantje l wordt bij het opstoken open gezet, en gesloten als het water eruit stroomt, waardoor het toestel in bedrijf is gekomen.  
De '''elektrische hangkraan''' (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote '''kolen- en cokestransportinrichting''' geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de '''elektrohangbanen met automatische besturing der [[loopkat]]ten''', waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in [[1915]]. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.


Economiser
===Transport en aflevering===
Een aandachtspunt is het feit dat het op bovenomschreven wijze gereinigde voedingswater als het nog ter voorwarming door een economiser stroomt, niet alleen de economiser vrij zal houden van ketelsteenvorming, maar er ook voor zal zorgen dat eventueel ketelsteen uit de economiser oplost. Als men dus een reinigingsinstallatie plaatst bij een ketelinstallatie, die al eerder met een economiser is ingericht, dan moet men er rekening mee houden dat de opgeloste ketelsteen uit de economiser gemakkelijk tot verstoppingen kan leiden.
Het vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties is voor Louis Smulders geen enkel probleem: de produkten gaan per spoor vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer per schip zonder meer mogelijk.


'''Scheikundige reiniging'''
===Sociaal beleid===
Alle scheikundige waterreinigingsmiddelen zorgen ervoor dat de toegevoegde stoffen zich met de ketelsteenvormers chemisch verbinden, zodat die laatste dan van het voedingswater worden afgescheiden.
Ook voor Smulders is het niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers overal vandaan te halen en kaapt ze desnoods bij de concurrentie weg en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers “dadelijk vast werk”, wat veel aantrekkingskracht heeft bij de arbeiders. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
<br>De ketelsteenvormers zijn:
<br>Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan.
<br>De firma Smulders loopt niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers: de concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen. Daarom komt de familie Smulders regelmatig in aanvaring met de vakbeweging.


Koolzure kalk (uit dubbelkoolzure kalk) (CaCO3) laat zich uitscheiden door
===Successen===
-1. gebluste kalk [Ca(OH)2]
De zaken gaan goed voor de firma Smulders: regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot.
-2. soda (Na2CO3)
De produktie omvat installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties, en bijzondere stoommachines, waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
-3. natronloog (N)
<br>In deze periode worden er ook steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland, zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
<br>In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie naar Nederlands-Indië verscheept. Er wordt zelfs een eigen vertegewoordiger voor de firma in Indië aangesteld.


Zwavelzure kalk laat zich uitscheiden door
Op de wereledtentoonstelling van 1910 in Brussel is Louis Smulders prominent vertegenwoordigd onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders.
-1. alleen door soda, volkomen en alleen bij hoge verhitting
De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de concurrentie uit het  buitenland tijdelijk was uitgeschakeld. 


Koolzure magnesia laat zich uitscheiden door
=== Divers transportmaterieel ===
-1. gebluste kalk bij verhitting
Volgens een fabrieksbeschrijving uit 1918 maakt Jaffa op dat moment uiteenlopend transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal). Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in [[1917]] van 17 hijskranen voor de haven van Amsterdam. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de kolenlosinrichtingen.  Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
-2. natronloog     
<br>In deze jaren ging de fabriek als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa voeren.


De te gebruiken chemicaliën zijn dus vooral gebluste kalk, soda en natronloog.
Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van elektrotakels, waarmee Jaffa in [[1932]] begon. Dit gebeurde grotendeels in seriefabricage. Rond [[1950]] werden standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min. gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.
<br> de soort en hoeveelheid van deze chemicaliën kunnen dus slechts op grond van scheikundig onderzoek worden bepaald. Als er in het voedingswater hoofdzakelijk zwavelzure kalk aanwezig is, zal men soda gebruiken, terwijl bij veel dubbelkoolzure kalk goedkope kalk en bij een combinatie van dubbelkoolzure kalk, gips en magnesium eerder natronloog met soda wordt toegepast.


'''Reiniging met soda'''
===Pompwerktuigen===
Reiniging met soda wordt toegepast in kleinere ketels en bij niet te hard voedingswater. De soda wordt samen met het water in de ketel geperst (bij grotere ketelinstallaties wordt het water al gereinigd nog voordat het in de ketel komt).
Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van pompwerktuigen, al dan niet in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa [[1882]] al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.
<br>
Fig. 173
<br>
<br>In Fig. 173 zien we het toestel van Dervaux.
<br>De soda wordt uit L in de voedingsleiding gebracht, terwijl het water door B en S in de ketel wordt geperst.
De cilinder D, op de ketel aangebracht, is met de ketel verbonden door buis V, die om zich heen een stoommantel U heeft. Ook de buis R is verbonden met de ketel, zonder stoommantel.
<br>Omdat buis V veel warmer wordt dan R zal het water hierin stijgen en gereinigd door R in de ketel terugstromen. Bij het terugstromen zal het water eerst de weg door de trechters G volgen, zodat het slib hier kan bezinken om af en toe door N weggespuid te worden.
<br>Men moet ervoor oppassen dat er niet te veel soda in de ketel komt, omdat het water dan kan opkoken en men natte stoom kan krijgen, terwijl dan ook de ketel en appendages worden aangetast. Het beste is om de reiniging met soda al te laten plaatsvinden in een verbonden toestel vóór de ketel. In het toestel wordt dan de soda met het voedingswater vermengd om het chemisch gereinigde voedingswater met een hoge temperatuur in de ketel te brengen, wat men met de afgewerkte stoom voor elkaar kan brengen.  
   
Foto reactievat bij Halbertsma!


'''Reiniging met kalk en soda'''
===Hoogtepunt===
Het meest gebruikte toestel is ook hier een toestel van Dervaux, vaak geleverd door de firma Reisert.
Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het [[ir. D.F. Woudagemaal]] bij Lemmer uit 1920, sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.
<br>
Fig. 174
<br>
De gebruikte chemicaliën zijn hier soda en kalk.
<br>Het voedingswater, dat gereinigd moet worden, komt via buis H in het reservoir R en vervolgens door de kraan P in E, waar het met de chemicaliën samnkomt en met deze in het reservoir D stroomt. Hierin worden de ketelsteenvormende stoffen afgescheiden.
<br>Het slib verzamelt zich onderin het reservoir D, waaruit het periodiek met kraan O wordt afgetapt.
<br>Het kalkwater (kalkmelk) wordt voorbereid in I, dat door K in t stroomt. Vanuit r stroomt tegelijkertijd het te reinigen water door V in t. Door de buis b komt het mengsel in het reservoir S, waarin het water met kalk verzadigd wordt. Het kalkwater stijgt dan langzaam op waarbij de snelheid van het water steeds afneemt vanwege de groter wordende doorsnede. Daardoor bezinken de kalkdeeltjes in S. Het kalkwater loop over door U in E.
<br>De soda wordt in c opgelost, komt daaruit in B, waarin de vloeistofspiegel door een vlotter op gelijke hoogte gehouden wordt en komt dan door het buisje n in E, waar het met het te reinigen water uit P en het kalkwater uit U samenkomt.
<br>Als door buis H minder water wordt toegelaten, dan daalt de waterspiegel in R, ook zal het wegvloeien door P en V afnemen, de vlotter in R zal dalen, waarmee het buisje N door middel van ketting Q verbonden is en zodoende zal het toevloeien van sodawater ook afnemen.  


'''Reiniging door middel van permutiet'''
===Bedrijfsvoering===
Permutiet is een aluminiumsilicaat, verkregen door samensmelten van veldspaat, kaoline, klei, zand en soda door latere reiniging met heet water.
Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. Na het overlijden van Louis Smulders, in [[1908]] zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort. Deze wordt in [[1918]] omgezet in een naamloze vennootschap, waarbij de familie de leiding behoudt. In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering, die dan in handen komt van derden.  
<br>Het te reinigen voedingswater wordt in bakken door een dikke laag permutiet gefiltreerd, waarbij natrium van het permutiet zich met calcium en magnesium van het water verbindt.
<br>Deze reiniging is heel eenvoudig, maar niet zo goedkoop. Als de werking afneemt moet het permutiet met chloornatrium (keukenzout) geregenereerd worden. Bij het later ontwikkelde neo-permutiet gaat de regeneratie sneller.


'''Thermisch-chemische reiniging'''
===Bezettingstijd===
Dit procédé wordt voornamelijk toegepast bij waterpijp-ketelsystemen die als hoge-drukketels fungeren. Hier is het belangrijk om naast verregaande chemische ontharding ook ketelcorrosie als gevolg van inwerking van zuurstof en koolzuur te voorkomen. Ook het kiezelzuurgehalte wordt gecontroleerd.
Vanaf het begin van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf en wordt dan ingezet voor de Duitse oorlogseconomie. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, een moeilijke tijd door. Er komen voornamelijk orders van de bezetter binnen, personeel duikt onder of wordt verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Uiteindelijk komt het bedrijf onder leiding te staan van de bezetter. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.  
Voedingswater dat kiezelzuur, humus, hoog chloor- en zoutgehalte bezit, bedoeld voor ketels met een druk boven 20 atmosfeer reinigt men niet graag langs chemische weg.


'''Reiniging door verdamping'''
===Naoorlogse ontwikkelingen===
<br>
<br>Na de bevrijding komt de productie echter al snel weer op gang: houtgasgeneratoren en andere transportmiddelen. Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland.
Fig. 180 a, b, c. Pag 195 Imelman
<br>In 1951 wordt het bedrijf overgenomen door Stork, waarna in 1952 de naam wordt gewijzigd in ''N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa''. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen vliegtuigliften tot ontwikkeling. Stuurinrichtingen voor schepen blijven eveneens belangrijk, terwijl (semi)-automatische doseersystemen een belangrijke nieuwe pijler worden.
<br>
-a. de stoominlaat
-b. de condensatiewateruitlaat
-c. damp van het te reinigen water
-d. desillaatuitlaat
-e. koelwaterinlaat
-f. koelwateruitlaat


Bij stoomkrachtinstallaties voor hoge druk is steen- en gasvrij voedingswater een absolute vereiste. Dat is alleen voor elkkaar te krijgen als men het voedingswater verdampt, voordat het met het condensatiewater wordt vermengd. Bij moderne turbine-installaties is suppletie nodig met ca. 5% van de totale omlopende hoeveelheid.
===Schaalvergroting===
<br>Hiervoor worden verdampers gebruikt: de stoom gaat door pijpen en het te reinigen water gaat om de pijpen. Het verdapmte water wordt omgekeerd door pijpen geleid met daaromheen de koelwaterpijpen. Op deze wijze is er gedestilleerd water beschikbaar. De verdampers kunnen worden uitgevoerd als één-,twee- en meervoudig getrapte systemen.
In 1977 volgt de integratie binnen de Stork-gelederen in de in 1975 gevormde divisie Bepak (Bottling and Packaging Systems), waarbij Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen. In 1998 wordt het restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer, die op zijn beurt in 2002 weer wordt samengevoegd met de productielokatie in Amsterdam. Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken, op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.
De slib wordt uit de verdampers afgevoerd (gespuid)


'''Condensatiewater als voedingswater'''
In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.
Wanneer het condensatiewater vrij van olie is (bij stoomturbines), zal dit het beste voedingswater vormen. Bij stoommachines zal er door smering altijd olie in het condensaat zitten en dus zal de olie eerst van het water moeten worden afgescheiden. Het water simpelweg van de stoom gaan scheiden door het toepassen van een reservoir met houtwol of met een spons is niet altijd voldoende, om de ketelwanden te beschermen voor intering.
In het Woudagemaal past men nog aanvullende methoden toe: men laat in de compartimenten van de olieafscheider de olie eerst opdrijven, en verwijderd de olie vervolgens door oprdijving. Door het vervolgens toevoegen van aluminium-sulfaat aan het afgeroomde condensaat, vlokken de laatste olieresten uit en deze vormrn in het doeken-persfilter een geschikt substraat, dat als eindfilter dient voor het condensatiewater. Daarna is het water geschikt om als voedingswater te dienen en zodoende te worden hergebruikt.  


Bronnen:
Bronnen:
'''samenvattingen''' uit:
<br>website: nl.wikipedia.org
<br>'''Stoom''', uitgave: Krachtwerktuigen Amersfoort/Groningen, 1929 en 1942
<br>afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
<br>'''Het Stoombedrijf''', deel I, Nanno A. Imelman, Ae. E. Kluwer, Deventer 1932
<br>"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam.  
<br>zie ook: ['''http://www.gerwers.net/waterbehandeling.htm''']
(Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001

Versie van 28 jul 2012 20:36

Machinefabriek Jaffa

Machinefabriek Jaffa was een machinefabriek te Utrecht (stad). Het is de naam die de machinefabriek Louis Smulders & Co. te Utrecht in de loop der tijd aanneemt en die gebaseerd is op de naam van het fabrieksterrein waar de onderneming vanaf 1890 gevestigd is. Louis Smulders opereert vanaf deze locatie voor het eerst als zelfstandig eigenaar en ondernemer, nadat hij op diverse plaatsen in de diverse bedrijven van de families Smulders ervaring heeft opgedaan.

Ontstaan

(afbeelding: wikipedia)

Voor de komst van Smulders is op het terrein van de voormalige buitenplaats Jaffa een pan- en tegelbakkerij met dakpannenfabriek van A. Dolk onder de naam "Jaffa" gevestigd.

Geschiedenis van activiteiten

De activiteiten van firma Louis Smulders & Co. zijn echter al ouder. De naamgever Johannes Ludovicus Smulders (Tilburg, 1839 - Utrecht, 1908) is onder meer met zijn broers Augustinus Franciscus (1838-1908) en Franciscus Hendrikus (1851-1915) werkzaam in het vaderlijk bedrijf, de firma W.H. Smulders te Tilburg. Vader Smulders was dus een pionier, maar ook de zonen dragen volop bij aan de ontwikkelingen in de machine nijverheid. In 1846 krijgt vader Smulders een vergunning “tot het maken van een stoomwerktuig”. Dit is kennelijk tot een goed resultaat gebracht, want van de 300 in 1850 in Nederland bestaande stoommachines, is er in elk geval één afkomstig uit de fabriek te Tilburg.
De broers werken later samen verder in Utrecht binnen de firma A.F. Smulders.
Deze samenwerking duurt tot 1880. Louis en broer Frans gaan dan samen apart verder onder de naam Louis Smulders & Co. Waarschijnlijk is Louis van de twee broers de meest dominante of kapitaalkrachtige, omdat het bedrijf zijn naam voert.
Tien jaar later, in 1890, scheiden zich de wegen van beide broers, waarbij Louis onder de bestaande firmanaam verder gaat, nu samen met zijn zonen Henri en Jan Smulders.

(afbeelding uit: Het geheugen van Nederland)

Oprichting

In 1890 is machinefabrikant Louis Smulders te Utrecht bezig met de voorbereiding en opzet van zijn nieuwe machinefabriek. Via de Engelse machinefabrikanten informeert hij zich op listige wijze over de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied en over de gereedschappen en bijbehorende machines, die er op dat moment op de markt beschikbaar zijn. Hij doet zich daarbij voor als belangstellende koper, maar hij onderzoekt op deze wijze ook de ontwikkelingen in machinebouw en van het gebruik van machines en gereedschappen.
In Engeland, Duitsland en België is men in deze jaren duidelijk verder opgeschoten met de bouw en de ontwikkeling van machines.
Voor de oprichting van een fabriek zijn verder financiële middelen, werkruimte, gereedschappen en personeelsleden nodig. Bovendien is ondernemingsgeest en een brede algemene ervaring in de metaalnijverheid gewenst. Louis heeft dus al eerder kennisgemaakt met ondernemen en eveneens ruimschoots ervaring opgedaan bij het werken in de voorafgaande familiebedrijven.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Beginsituatie

In Nederland zijn de ontwikkelingen in de metaalnijverheid en machinebouw laat gestart en enigszins achtergebleven. Vooral na de scheiding tussen België en Nederland in 1839, gaan bovendien de kontakten met de leidende bedrijven en hun ontwikkelingen in Luik en Wallonië verloren.
Toch komen de ontwikkelingen in de tweede helft van de 19e eeuw ook in Nederland volop op gang. De grote boost komt in de jaren negentig van deze 19e eeuw, precies op het moment dat Louis met zijn fabriek een nieuwe start maakt.
De uitvinding van de stoommachine is natuurlijk een belangrijke impuls geweest tot de oprichting van veel fabrieken en daardoor kunnen uiteindelijk ook de machinefabrieken in Nederland flink vooruit. In Nederland zal uiteindelijk een woud aan fabrieksschoorstenen en schoorstenen van stoomgemalen verrijzen.

Stoom in de polders

De eerste proefneming met een stoommachine vindt in 1776 plaats in Rotterdam.

Het is goed te verklaren dat in een land waar men eeuwenlang inspanningen moet plegen aan de waterbeheersing de eerste stoommachine wordt ingezet voor bemaling. En al wordt het eerste experiment geen onverdeeld succes, de eerste machine wordt n.l. Na twee mislukte demonstraties uiteindelijk weer gesloopt, de inzet van stoommachines wordt er niet door gehinderd.

Kansen en bedreigingen

De kansen op de markt zijn voor de fabrikanten van stoommachines aanvankelijk nog niet bijster groot: onbekendheid met de mogelijkheden van machinale bewerking, gebrek aan ervaring bij de handwerkslieden en de beperkte aanwezigheid van delfstoffen als steenkool en ijzererts zijn daarvan de oorzaak.
Aan het begin van de negentiende eeuw is er nog weinig industriële activiteit. Veel werk wordt nog in huiselijke kring als huisnijverheid verricht en de bemaling van de polders gebeurt nog tot volle tevredenheid met windmolens.
Er moet worden gewacht op een groei van de markt. Men moet ook hopen dat eventuele kopers van de nieuwe stoommachines niet meer in het buitenland gaan kopen, maar dat de opdrachten worden gegund aan de Nederlandse fabrikanten.
De pioniers die in de eerste helft van de negentiende eeuw een machinefabriekje beginnen, zoals de Utrechtse Ijzergieterij van Joh. Verloop & Co te Utrecht en het bedrijf van vader Smulders te Tilburg, kampen dan eerst nog met een gebrek aan opdrachten en doen op moeizame wijze hun eerste ervaring op.

De Nederlandse machinefabrikanten komen vooral voort uit het smidsvak. In veel gevallen zijn de fabrikanten voor onderhoud en reparaties van hun aanvankelijk in het buitenland gekochte stoommachines aangewezen op de plaatselijke smederijen. Deze doen dus veel ervaring op met stoommachines en als de kennis van de smid groot genoeg is geworden, groeien in sommige gevallen de kleine smederijen uit tot bescheiden stoommachine-fabriekjes.


Daarbij is er in het begin nog geen sprake van seriematige produktie. De kleine metaalbedrijven maken dan nog de diverse machines en installaties waar de klanten om vragen.
Zo maakt de familie Smulders stoommachines, levert komplete installaties voor stoomgemalen en fabrieken, waaronder de pompen, maar ook o.a. de vervaardiging van boterkneedmachines behoort tot hun aanbod.

De eerste machinefabrieken

Rond 1850 zijn er in Nederland ongeveer tien machinebedrijven, waarin een duizend personeelsleden werken. Eén van de tien is het bedrijf W.H. Smulders te Tilburg, waar vanaf 1851 de jonge Louis zijn eerste stappen zet in de machinebouw. Als twaalfjarige jongen zal hij van onderop begonnen zijn. Louis maakt de hele ontwikkeling van het bedrijf te Tilburg mee: in 1860 is het uitgegroeid tot een machinefabriek met een eigen ijzergieterij en levert het bedrijf stoommachines aan de plaatselijke textielindustrie. Dat geldt uiteraard ook voor zijn broers. Zij trekken allen geleidelijk vanuit het moederbedrijf te Tilburg naar andere plaatsen om daar eigen bedrijven te stichten. Zij komen uiteindelijk terecht in Utrecht.

Louis Smulders & Co

Louis Smulders begint in 1891 een eigen bedrijf op de hoek van de Groeneweg en de Vleutenseweg.

(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Het terrein is van een al enige tijd leegstaande tegel- en dakpannenfabriek op het voormalige landgoed Jaffa, dat wat meer naar het westen aan de Vleutense vaart te vinden is. Hij vindt daar dus een geschikt fabrieksterrein en regelt de benodigde ambtelijke zaken (o.a. de hinderwetvergunning).
De vergunning omvat in eerste instantie eene metaalsmederij, gieterij, smederij en metaalklopperij aangedreven door een stoommachine met ketel van 6 pk. Een voorwaarde is dat de ijzeren schoorsteen tot minstens 12m boven de begane grond moet reiken en overeen moet komen met de aanwijzingen van de brandweer.
De eerste inrichting van de fabriek is uiterst eenvoudig: in het oude fabrieksgebouw komt de smederij, gieterij, bankwerkerij en draaierij. Hier wordt ook de stoommachine met ketel geplaatst. In de smederij worden drie smidsvuren aangelegd en bij de gieterij komt een oven met een hoge schoorsteen. In de voormalige droogloodsen worden de modellenmakerij en modellenbergplaats ondergebracht. Buiten onder een afdak worden nog een paar machines geplaatst. Twee loodsen, die wat verder op het terrein staan, worden ingericht als constructiewerkplaats. Het kantoor, de tekenkamer en de ontvangstruimte komen in het woonhuis waarop de naam Jaffa staat, als een herinnering aan een oude herberg, die in 1651 voor het eerst als zodanig wordt genoemd en aan de andere zijde van de Vleutense wetering heeft gestaan.
Onder de naam Louis Smulders & Co. en later ook als machinefabriek Jaffa zal het bedrijf al spoedig goede naam en faam verwerven, onder meer met de produktie van stoominstallaties en pompwerktuigen.

pompwerk voor rioolzuivering
(afbeelding: Erfgoed Utrecht.nl)

Vanwege het ontbreken van grote en gespecialiseerde fabrieken als afzetmarkt moet men wel op brede wijze zijn produktaanbod in de markt zetten. Louis pakt het werk dan ook groots aan: hij levert al gauw complete installaties voor fabrieken bestaande uit diverse afzonderlijke installaties, inclusief de hulptoestellen, produktiemachines en natuurlijk de krachtbron in de vorm van een stoommachine.
Ook levert het bedrijf complete stoomgemalen op, in het begin compleet met scheprad en 8 pk stoommachine. Hij adverteert met de levering en plaatsing van Polderstoomgemalen met en zonder gebouwen en fundering.

[[Bestand:

In 1895 worden er zo al 18 stoomachines afgeleverd en in 1899 bedraagt dat aantal 21.
De inrichting van gasfabrieken wordt verder een belangrijke specialiteit. De fa. Louis Smulders & Co. had al vanaf 1884 de inrichting van gasfabrieken op zich genomen en de mechanisatie van het kolen- en cokestransport was daarbij een belangrijk aspect. Vanaf 1900 ging Jaffa laadmachines en transportinrichtingen voor het gasbedrijf maken en in 1904 vervaardigde men de eerste ovenlaadmachine.

In deze periode zou het bedrijf door zijn relaties en ervaringen een steeds groter deel van het transportwezen in het gasbedrijf voor rekening kunnen nemen. In 1904 leverde het een kolenlift voor de gasfabriek te Den Helder, in 1910 een kolentransportinrichting voor hetzelfde bedrijf.

De elektrische hangkraan (in samenwerking met Groeneveld) het jaar daarop, was ook weer bestemd voor een gasbedrijf, te Vlaardingen. In 1912 werd een grote kolen- en cokestransportinrichting geleverd voor de nieuwe gasfabriek te 's-Gravenhage. Een nieuwe dimensie betekende de elektrohangbanen met automatische besturing der loopkatten, waarvan de eerste geleverd werd aan de Gasfabriek Wormerveer, in 1915. Trots adverteerde het bedrijf hiermee, als enige uitvoerder in Nederland.

Transport en aflevering

Het vervoer van de gebouwde zware machinedelen en installaties is voor Louis Smulders geen enkel probleem: de produkten gaan per spoor vanaf het station, dat al spoedig een knooppunt van de Nederlandse spoorwegen wordt, de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 maakt ook het vervoer per schip zonder meer mogelijk.

Sociaal beleid

Ook voor Smulders is het niet gemakkelijk om aan voldoende arbeiders met de nodige ervaring en vakkennis te komen. Hij probeert eventuele gegadigde werknemers overal vandaan te halen en kaapt ze desnoods bij de concurrentie weg en misschien ook wel bij eigen familie. Hij biedt de werknemers “dadelijk vast werk”, wat veel aantrekkingskracht heeft bij de arbeiders. In het eerste jaar werken er 30 medewerkers in de fabriek, in 1897 zijn dat er al 85!
Tijdens het interbellum biedt de machinefabriek uiteindelijk aan honderden Utrechters gelijktijdig een baan.
De firma Smulders loopt niet voorop in de ontwikkelingen van sociaal beleid en de emancipatie van de werknemers: de concurrenten Stork en Werkspoor steken duidelijk de loef af voor wat betreft goede arbeidsomstandigheden, beloning, huisvesting en het stichten van interne bedrijfsopleidingen. Daarom komt de familie Smulders regelmatig in aanvaring met de vakbeweging.

Successen

De zaken gaan goed voor de firma Smulders: regelmatig moet het bedrijf worden uitgebreid en moeten de ketelhuizen en stoommachines worden vergroot. De produktie omvat installaties voor gemalen, gasfabrieken, waterleidingmaatschappijen, pompinstallaties, en bijzondere stoommachines, waaronder een enorme landstoommachine van 1500 pk die geleverd wordt aan Van Gelder en Zonen te Velzen.
In deze periode worden er ook steeds meer produkten afgeleverd aan het buitenland, zoals Frankrijk, België, Spanje en Roemenië.
In 1913 wordt de eerste suikerriet-transportinstallatie naar Nederlands-Indië verscheept. Er wordt zelfs een eigen vertegewoordiger voor de firma in Indië aangesteld.

Op de wereledtentoonstelling van 1910 in Brussel is Louis Smulders prominent vertegenwoordigd onder de diverse Nederlandse machinefabrikanten, naast Stork, Goedkoop, Figée, Werkspoor, Smit en zijn eigen broers Smulders. De Eerste Wereldoorlog was voor de machinefabrikanten een opgaande tijd i.v.m. de stijgende behoefte aan machines en transportmiddelen. De overheid plaatste grote bestellingen, terwijl de concurrentie uit het buitenland tijdelijk was uitgeschakeld.

Divers transportmaterieel

Volgens een fabrieksbeschrijving uit 1918 maakt Jaffa op dat moment uiteenlopend transportmaterieel: hangbanen, transportbanden, lift(transport)elevatoren en diverse soorten kranen (draai, loop, vélocipède en portaal). Het is niet duidelijk wanneer Jaffa met de vervaardiging van dergelijke apparatuur is begonnen. Een belangrijke order betreft de levering in 1917 van 17 hijskranen voor de haven van Amsterdam. Of Jaffa verder nog veel havenoutillage heeft geleverd, is twijfelachtig. Na de gasfabrieken werden ook de elektriciteitsbedrijven een interessante markt voor de kolenlosinrichtingen. Zo leverde Jaffa rond 1918 een conveyor met een lengte van 375 m voor de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij te Geertruidenberg.
In deze jaren ging de fabriek als handelsmerk steeds meer de naam Jaffa voeren.

Een bijzondere afdeling vormde de fabricage van elektrotakels, waarmee Jaffa in 1932 begon. Dit gebeurde grotendeels in seriefabricage. Rond 1950 werden standaardtakels met een hefvermogen van 125 tot 10.000 kg en met hijssnelheden van 3 tot 36 m/min. gemaakt. Maar ook bijzondere constructies behoorden tot de mogelijkheden.

Pompwerktuigen

Een andere succesvolle specialisatie betrof de vervaardiging van pompwerktuigen, al dan niet in combinatie met een door Jaffa geleverde stoominstallatie. Ook dit betrof een voor Jaffa oud product, waarmee circa 1882 al een begin werd gemaakt. Talloze gemalen in Nederland werden zo voorzien van effektieve werktuigen.

Hoogtepunt

Het hoogtepunt vormt ongetwijfeld het ir. D.F. Woudagemaal bij Lemmer uit 1920, sinds 1998 Unesco-werelderfgoed. Het gemaal, dat bestemd was voor Frieslands boezem, heeft een capaciteit van 4000 m³ per minuut en bestaat uit acht centrifugaalpompen, twee aan twee gekoppeld aan vier stoommachines. Ook de oorspronkelijke ketelinstallatie is geleverd door Jaffa.

Bedrijfsvoering

Al tijdens het bewind van de oprichter komen verschillende van diens zonen in de zaak te werken. Na het overlijden van Louis Smulders, in 1908 zetten twee van hen, Henricus en Josephus, de zaak voort. Deze wordt in 1918 omgezet in een naamloze vennootschap, waarbij de familie de leiding behoudt. In 1920-1929 verdwijnt de directe bemoeienis van familieleden met de bedrijfsvoering, die dan in handen komt van derden.

Bezettingstijd

Vanaf het begin van de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de machinefabriek in bedrijf en wordt dan ingezet voor de Duitse oorlogseconomie. Het bedrijf maakt, zoals alle bedrijven in Nederland, een moeilijke tijd door. Er komen voornamelijk orders van de bezetter binnen, personeel duikt onder of wordt verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Uiteindelijk komt het bedrijf onder leiding te staan van de bezetter. Aan het einde van de oorlog zijn de activiteiten tot nihil gedaald en is het bedrijf bij de bevrijding in berooide staat.

Naoorlogse ontwikkelingen


Na de bevrijding komt de productie echter al snel weer op gang: houtgasgeneratoren en andere transportmiddelen. Het bedrijf profiteert van de herstelperiode van Nederland.
In 1951 wordt het bedrijf overgenomen door Stork, waarna in 1952 de naam wordt gewijzigd in N.V. Machinefabriek Stork-Jaffa. Het productiepakket verandert de eerste decennia nog niet echt. Binnen de transportwerktuigen komen vliegtuigliften tot ontwikkeling. Stuurinrichtingen voor schepen blijven eveneens belangrijk, terwijl (semi)-automatische doseersystemen een belangrijke nieuwe pijler worden.

Schaalvergroting

In 1977 volgt de integratie binnen de Stork-gelederen in de in 1975 gevormde divisie Bepak (Bottling and Packaging Systems), waarbij Jaffa vanwege de ligging en ruimte de centrale directie gaat herbergen. In 1998 wordt het restant van Jaffa overgeplaatst naar de Stork-vestiging in Raamsdonksveer, die op zijn beurt in 2002 weer wordt samengevoegd met de productielokatie in Amsterdam. Begin 21e eeuw wordt het complex afgebroken, op Villa Jaffa en een bedrijfsgebouw op de hoek Groeneweg/Vleutenseweg na.

In 2001 vindt de oplevering van de eerste appartementen van het Jaffapark plaats.

Bronnen:
website: nl.wikipedia.org
afbeeldindingen: nl.wikipedia.org
"Jaffa en de dingen die voorbijgaan", door René de Kam. (Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2001